11.3 – Handmatig vergrendelen en ontgrendelen van
de reductiemotor (afb. 44)
De producten WS100SK-WS100SCK zijn voorzien van een
mechanisch systeem waarmee het hek met de hand geopend
en gesloten kan worden (d.w.z. alsof er geen reductiemotor aan-
wezig is).
De handmatige bediening moet worden gebruikt als er geen
stroom is of bij een storing in het systeem. Bij een stroomuitval is
het mogelijk de bufferbatterij te gebruiken (optioneel accessoire
PR3).
Bij een defect in de reductiemotor kan echter worden geprobeerd
om de ontgrendeling van de motor te gebruiken, om na te gaan
of de storing niet in het ontgrendelmechanisme zit.
01. Steek de sleutel op de ontgrendelpen.
02. Draai de sleutel ongeveer 180° met de klok mee, totdat u
hoort dat het hek vrijkomt.
03. U kunt het hek nu handmatig verplaatsen.
04. Om de werking van de automatisering te hervatten, draait u
de sleutel tegen de klok in en verplaatst u het hek tegelijkertijd
totdat u de aankoppeling hoort.
05. Haal de sleutel weg.
44
11.4 – Onderhoud dat door de gebruiker mag wor-
den uitgevoerd
Hieronder staat de lijst van werkzaamheden die de gebruiker
regelmatig moet uitvoeren.
• Gebruik een licht bevochtigde (niet natte) doek om
de oppervlakken van de inrichtingen schoon te maken.
Gebruik geen stoffen die alcohol, benzeen, verdunnings-
middelen of andere ontvlambare substanties bevatten.
Door deze stoffen te gebruiken kunnen de inrichtingen
worden beschadigd en zouden er brand of elektrische
schokken kunnen ontstaan.
• Schakel de voeding van de automatisering uit voordat u
bladeren en stenen gaat verwijderen, om te voorkomen dat
iemand het hek zou kunnen aandrijven.
• Controleer het systeem regelmatig, met name de kabels,
de veren en de steunen om eventuele verstoringen van de
balancering en tekenen van slijtage of beschadiging in een
vroeg stadium te ontdekken. Gebruik de automatisering
niet als er een reparatie of afstelling nodig is, want een
defect of een niet correct gebalanceerd hek kan letsel
veroorzaken.
30 – Nederlands
11.5 – Vervanging van de batterij van de
Wanneer de batterij leeg is, vermindert het bereik van de zender
aanzienlijk. Als bij het indrukken van een toets de led L1 gaat
branden en onmiddellijk zwakker wordt en dooft, wil dat zeggen
dat de batterij helemaal leeg is en onmiddellijk moet worden ver-
vangen.
Als de led L1 daarentegen slechts heel kort oplicht, wil dat zeg-
gen dat de batterij gedeeltelijk leeg is; de toets moet minstens
een halve seconde worden ingedrukt om de zender in staat te
stellen de instructie te verzenden. Als de batterij te veel ontladen
is om de instructie te volbrengen (en eventueel het antwoord af te
wachten), gaat de zender uit met de led L1 die zwakker brandt.
Om de normale werking van de zender in die gevallen te herstel-
len, moet de lege batterij worden vervangen door een batterij van
hetzelfde type, met inachtneming van de aangegeven polariteit.
45
De batterijen bevatten vervuilende stoffen: gooi ze niet
180°
weg met het gewone huisvuil, maar gebruik de methoden
die in de plaatselijke voorschriften voorzien zijn.
11.6 – Montage van de houder van de
Zie afb. 46 voor het monteren van de houder van de afstands-
bediening.
46
afstandsbediening (afb. 45)
afstandsbediening