I
I
NSPECTIE VOOR
NGEBRUIKNAME
Voor de eerste ingebruikname, voor het opnieuw in gebruik nemen en na wezenlijke
veranderingen dienen zowel product als draagconstructie door een bekwaam persoon*
geïnspecteerd te worden. De inspectie bestaat voornamelijk uit een zicht- en functiecontrole.
Deze inspecties dienen er voor om vast te stellen dat de takel veilig, correct geïnstalleerd is,
klaar voor gebruik en dat eventuele defecten of schade vastgesteld en verholpen zijn.
* Bekwame personen kunnen bijv. de onderhoudsmonteurs van de fabrikant of leverancier
zijn. De ondernemer kan de controle echter ook uit laten voeren door eigen personeel dat
speciaal daarvoor opgeleid is.
Voor ingebruikname de kettingaandrijving in onbelaste toestand testen.
I
W
NSPECTIE VOOR
ERKAANVANG
Voor elk gebruik het apparaat inclusief de ophanging, uitrusting en draagstructuur op zichtbare
gebreken en fouten, zoals vervormingen, scheuren, slijtage en corrosie controleren. Hiernaast
de rem controleren en of de takel en de last correct zijn ingehangen.
Controle van de remwerking
Voor werkaanvang, controleer altijd de werking van de rem:
Om dit te doen, hijs, trek of span een last en laat deze weer laten zakken/ontlasten over een
korte afstand. Wanneer de hendel wordt losgelaten, moet de last in elke positie gehouden
worden.
Deze controle is er om voor te zorgen dat ook bij temperaturen onder 0 ° C, de remschijven
niet bevriezen. Herhaal dit tenminste tweemaal, voordat er verder wordt werk.
LET OP: Als de rem niet goed werkt, moet het apparaat onmiddellijk buiten gebruik
worden gesteld en de fabrikant moet ingelicht worden!
Inspectie van het aanslagpunt
Het bevestigingspunt voor de takel moet zo gekozen worden, dat de draagconstructie waar
het aan gemonteerd moet worden voldoende stabiliteit biedt en dat de te verwachten krachten
veilig opgenomen kunnen worden.
Zorg ervoor dat het apparaat ook onder last vrij kan bewegen, aangezien er anders
ontoelaatbare extra last kan ontstaan.
De keuze en berekening van de geschikte draagconstructie zijn de verantwoordelijkheid van
het bedrijf dat het apparaat bezit.
Inspectie van de lastketting
Inspecteer de lastketting op voldoende smering, externe gebreken, vervormingen, scheurtjes,
slijtage en corrosie.
Inspectie van het kettingeindstuk
Het kettingeindstuk moet altijd worden bevestigd aan het losse uiteinde van de onbelaste
streng. Deze mag niet versleten of beschadigd zijn.
Inspectie van de boven- en onderhaak
De boven- resp. onderhaak moet op scheuren, vervormingen, beschadigingen, slijtage en
corrosie gecontroleerd worden. De veiligheidsbeugel moet vrij kunnen bewegen en volledig
functioneren.
Inspectie van de kettingverloop in het onderblok
Alle apparaten met twee of meer kettingstrengen moet worden gecontroleerd voordat het
eerste gebruik om ervoor te zorgen dat de lastketting niet gedraaid of vervlochten is. Bij takels
met twee of meer strengen kunnen de kettingen worden verdraaid als het onderblok
omgeslagen is.
©
2018 Columbus McKinnon Industrial Products GmbH
87