Instructies Voor De Exploitant - Tractel Tirak L 500 P Série Manuel D'installation Et De Maintenance

– Het reinigen van de kabel of van kabelgeleidende producten met een hogedrukreiniger is verboden! Binnendringend vocht leidt
tot verstoorde werking en schade aan mechanische inrichtingen (bijv. remmen, kogellagers) en aan de elektrische uitrusting.
– Vuil op de draadkabel resulteert in voortijdige slijtage of corrosie van de draadkabel, hangende installatie en producten die in
contact komen met de draadkabel.
– De kabel niet met disulfidehoudende smeermiddelen (bijv. Molycote
– Neem de veiligheidsdatasheets van de producenten van de smeermiddelen in acht.
– Let op de aanwijzingen voor transport, opslag en reiniging vanaf pagina 56.
– Bevestigingsmiddelen moeten overeenstemmen met de gegevens in deze handleiding resp. met de geldige normen/richtlijnen.
– De nominale lastgrens mag nooit overschreden worden.
– Probeer tijdens de werking niet te raken aan of te reiken in niet-zichtbare zones die zich dicht bij de lier bevinden.
– De motor kan heet worden tijdens het bedrijf. Raak de motoren niet aan.
– Bij onweer en storm is gebruik in de buitenlucht niet toegestaan. Er bestaat gevaar voor blikseminslag of kantelen van de last
door windstoten.
– Reeds bij de werkplanning moet rekening worden gehouden met de plaatselijke weersomstandigheden. Vraag in geval van twijfel
vóór aanvang van het werk de weers- en windverwachtingen op bij een van weerdiensten.
– Gebruik zonder stop op de motor (positie 3, zie afb. 24) is verboden. Binnendringend vocht kan de werking van de rem
belemmeren. Bij de vrij liggende motoras bestaat een risico op letsel.
– Onderhouds- en reparatiewerk mogen enkel uitgevoerd worden door getraind en gecertificeerd onderhoudspersoneel, zie § 8.2.
– Zelfborgende moeren mogen niet opnieuw worden gebruikt en moeten vervangen worden.
– Montage en bediening mogen alleen door geschoold en geïnstrueerd personeel plaatsvinden met inachtneming van deze
handleiding.
– Enkele gekwalificeerde elektriciens mogen werken aan de elektrische uitrusting volgens de elektrotechnische normen, regels en
regelgevingen.
– Om elektrische risico's te vermijden, moet de elektrische aansluiting zoals onder § 6.2.1.
– Begeef u niet onder zwevende lasten. Indien nodig de gevarenzone afschermen. Vastgehaakte of klemzittende lasten opvangen
en beveiligen.
– Tijdens de werking van de lier niet de kabel vastpakken.
– Afhankelijk van de montagesituatie van de lier kan het dragen van gehoorbescherming noodzakelijk zijn.
– Het gewicht moet op de fabriek worden begeleid. Wanneer de last niet via vaste inrichtingen ter plaatse geleid kan worden, moet
een verdraaiingsarme kabel met wartelhaak of een kabelwartel worden gebruikt.
– Bij laswerkzaamheden dienen de nationale veiligheids- en arbovoorschriften in acht genomen te worden.
– Tijdens het bedrijf niet aan de in- of uitloop grijpen van producten die met de kabel in aanraking zijn. Er bestaat dan een risico op
naar binnen getrokken worden en kneuzingen.
– Installatie en instelling van de afstandbediening mag alleen door gekwalificeerde personen worden uitgevoerd
– Maak de kast van de afstandbediening niet open tenzij u een gekwalificeerde persoon bent.
– Houd aansluitcontacten en antenne schoon.
– Gebruik de afstandbediening als de behuizing of de beschermingsfolie zijn beschadigd.
– In hoofdstuk '13 Overzicht eindschakelaar' op pagina 58 vindt u een overzicht over mogelijke eindschakelaars. Kruis daar
alstublieft aan, welk eindschakelaar-onderdeel in uw verpakking zit. Dit overzicht bespaart u onnodige werkstappen bij de
functietesten van de eindschakelaar.
– De exploitant is ook verantwoordelijk voor de voorbereiding van een veilig bedrijf, onderhoud, reparatie en andere werkinstructies
en moet kunnen garanderen dat de eenheid correct werkt door het personeel op een juiste wijze te instrueren en te trainen met
toegestane gebruiksmethodes.
2.2

Instructies voor de exploitant

– De eigenaar is verantwoordelijk voor het opstellen van een noodreddingsplan en voor voorzien van informatie hieromtrent aan
alle operatoren/supervisoren van de uitrusting. Het noodreddingsplan moet schriftelijk worden vastgelegd en samen met deze
gebruiksaanwijzing worden gehouden.
– De werkmaatschappij als werkgever is verantwoordelijk voor het opleiden, onder veilige omstandigheden, van haar personeel in
alle maatregelen die in het noodreddingsplan zijn opgenomen.
G1035.4 – 01/2019
Montage- en bedieningshandleiding
) smeren.
®
NL-17