5 Motorzaag klaarmaken voor gebruik
► Zaagblad en zaagketting zo onderhouden
of repareren als in deze gebruiksaanwijzing
staat beschreven.
■ Tijdens de reinigings- of onderhoudswerk‐
zaamheden aan de zaagketting kan de gebrui‐
ker letsel oplopen door de scherpe zaagtan‐
den. De gebruiker kan letsel oplopen.
► Werkhandschoenen van een slijtvast mate‐
riaal dragen.
5
Motorzaag klaarmaken
voor gebruik
5.1
Kettingzaag klaarmaken voor
gebruik
Telkens voor het begin van de werkzaamheden
moeten de volgende handelingen worden uitge‐
voerd:
► Controleren of de volgende delen zich in de
veilige staat bevinden:
– Kettingzaag,
4.6.1.
– Zaagblad,
4.6.2.
– Zaagketting,
4.6.3.
– Accu,
4.6.4.
– Acculader,
4.6.5.
► Accu controleren/testen,
► Accu volledig laden,
► Kettingzaag reinigen,
► Zaagblad en zaagketting monteren,
► Zaagketting spannen,
► Zaagkettingolie bijvullen,
► Kettingrem controleren,
► Bedieningselementen controleren,
► Kettingsmering controleren,
► Als deze handelingen niet kunnen worden uit‐
gevoerd: de kettingzaag niet gebruiken en
contact opnemen met een STIHL dealer.
6
Accu laden en leds
6.1
Acculader aan een muur mon‐
teren
De acculader kan aan een muur worden gemon‐
teerd.
1
2
a
b
a
0458-716-9621-E
11.7.
6.2.
16.1.
7.1.1.
7.2.
7.3.
11.4.
11.5.
11.6.
3
d
e
e
Acculader zo op een muur
►
monteren dat aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
– Juiste bevestigingsmaterialen zijn gebruikt.
– De acculader is waterpas.
De volgende maatvoering is aangehouden:
– a = minimaal 100 mm
– b (voor AL 101) = 75 mm
– b (voor AL 300 en AL 500) = 120 mm
– c = 4,5 mm
– d = 9 mm
– e = 2,5 mm
6.2
Accu laden
De laadtijd is afhankelijk van diverse invloeden,
zoals bijv. de temperatuur van de accu of de
omgevingstemperatuur. De werkelijke laadtijd
kan afwijken van de aangegeven laadtijd. De
laadtijd staat onder www.stihl.com/charging-
times weergegeven.
Als de netstekker op een con‐
tactdoos is aangesloten en de
accu in de acculader wordt
geplaatst, start de laadproce‐
dure automatisch. Als de accu
volledig is geladen schakelt de
acculader automatisch uit.
Tijdens het laden worden de accu en de accula‐
der warmer.
2
4
1
► Netstekker (6) op een goed bereikbare con‐
tactdoos (7) aansluiten.
De acculader (3) voert een zelftest uit. De
led (4) brandt ca. 1 seconde lang groen en
ca. 1 seconde lang rood.
► Aansluitkabel (5) aanbrengen.
Nederlands
3
7
6
5
151