Veiligheid
Pos: 67 /Technische Dokumentation/Betriebsanleitung/Sicherheit/Vermeidung von Schäden/Kavitation @ 0\mod_1427790036391_372.docx @ 26834 @ 3 @ 1
2.9.3
Cavitatie
Te lange leidingen verhogen de weerstand. Daardoor bestaat het
gevaar van cavitatie.
Controleer of de zuigleiding dicht is.
De maximale lengte van de leiding in acht nemen.
Pomp alleen inschakelen bij half geopende afsluiters aan de
perszijde.
Afsluiters aan de zuigzijde volledig openen.
Pos: 69 /Technische Dokumentation/Betriebsanleitung/Sicherheit/Vermeidung von Schäden/Überhitzen Multi @ 5\mod_1450348093615_372.docx @ 59467 @ 3 @ 1
2.9.4
Oververhitting
Onderstaande factoren kunnen leiden tot oververhitting van de
pomp:
•
Te hoge druk aan de perszijde.
•
Verkeerd ingestelde motorbeveiligingsschakelaar.
•
Te hoge omgevingstemperatuur.
Stel de pomp niet in bedrijf met gesloten afsluiters. Minimale
capaciteit 10% van Qmax.
Bij pompen met 3-fasenmotor zonder motorbeveiliging moet
een motorbeveiligingsschakelaar worden geïnstalleerd en
correct worden afgesteld.
Zorg dat de toegestane omgevingstemperatuur van 40 °C
niet wordt overschreden.
Pos: 71 /Technische Dokumentation/Betriebsanleitung/Sicherheit/Vermeidung von Schäden/Druckstöße Multi @ 4\mod_1449223603611_372.docx @ 54421 @ 3 @ 1
2.9.5
Drukstoten
De druk in het filterhuis resp. het pomphuis mag niet hoger
worden dan 2,5 bar, bij de Normblock 3,0 bar. Anders kan schade
optreden aan het acryldeksel of aan pomponderdelen.
Breng terugslagvoorzieningen aan.
Om drukstoten vanuit het systeem te voorkomen, wordt
toepassing van een frequentieregelaar of softstarter
aanbevolen.
Pos: 72 /Technische Dokumentation/Betriebsanleitung/Sicherheit/Vermeidung von Schäden/Blockieren der Pumpe Multi @ 4\mod_1449223628638_372.docx @ 54437 @ 3 @ 1
2.9.6
Blokkeren van de pomp
Vuildeeltjes in de zuigleiding kunnen de pomp verstoppen en
blokkeren.
Pomp niet zonder filtermandje in bedrijf nemen.
Controleer voor ingebruikname en na een langere periode
van stilstand of opslag dat de pomp soepel loopt.
14 NL
04|2016