MONTAGE:
Legen Sie die Punkte fest, wo die Einzelteile (Radblöcke, Getriebe,
Elemente usw.) auf den Rahmen montiert werden müssen. Halten Sie sich
dabei genauestens an den Plan der zu montierenden Sämaschine.
WICHTIG: Für Düngerstreuer von Microsem müssen die Montagepläne
genau beachtet werden, um Probleme beim Einklappen zu vermeiden.
Auf den Plänen können besondere Anmerkungen für die verschiedenen
Modelle stehen, die unbedingt zu berücksichtigen sind.
- Montieren Sie die 2 Turbinenhalterungen NC [1] wie in Abb. A.
- Die Luftschläuche der einklappbaren Teile und die
Hydraulikschläuche müssen durch Führungen [2] (Abb. B) geschoben
werden.
- Der Microsem-Granulatstreuer für Insektizide besteht aus 3
verschiedenen Teilen mit 6 niedrigen Halterungen für den MECA V4
und 2 niedrigen sowie 4 hohen Halterungen für den NC.
- Für den MECA V4 mit Microsem-Granulatstreuer montieren Sie 2
zusätzliche Wellenstützlager [3] (Abb. C).
- Vergessen Sie die 2 Stabilisierungsfedern [4] (Abb. D) nicht.
- Montieren Sie die Spurlockerer wie in Abb. E.
-
Mit
Ausnahme der
Düngerstreuer
Zusatzausrüstungen an den MECA V4 und den NC anpassen.
- Sie können den Dreipunktbock um einen halben Reihenabstand
verschieben, um einen Schlepper mit einer schmalen Spurenweite von 1,50
m zu benutzen (Abb. F). In diesem Fall müssen Sie ein zusätzliches
Dreipunktgestände [5] anbringen. Bei normalen Schlepperspuren montieren
Sie den Dreipunktbock in die Mitte.
MONTAJE:
Con el bastidor abierto y colocado sobre dos soportes, localizar los puntos
de emplazamiento y montar los diferentes conjuntos (bloques de rueda,
cajas de distancias, elementos, ...) ateniéndose exactamente al plano de la
sembradora correspondiente.
ATENCIÓN: Sobre todo para las tolvas de Microsem, deben respetarse
estos planos con el fin de evitar los enganches en el repliegue.
En estos planos pueden figurar consejos concretos para cada modelo. Tener
siempre en cuenta:
- los 2 soportes de turbina NC [1] se montan según la fig. A
- los tubos de aspiración de las partes plegables así como las
conducciones flexibles de asurcadores deben pasar por guías [2] (fig.
B).
- la rampa insecticida Microsem se presenta en 3 partes
independientes con 6 soportes bajos para MECA V4 y 2 soportes
bajos más 4 soportes altos para NC.
- 2 cojinetes suplementarios [3] (fig. C) deben montarse en MECA V4
equipado con una rampa Microsem.
- no olvidar los 2 muelles compensadores [4] (fig. D).
- Los borradores de huellas de rueda de tractor se montan según la fig. E.
- Los equipos habituales en MECA V4 y NC son adaptables, salvo los
distribuidores de abono.
- Se puede desplazar el enganche una media entrelínea para utilizar un
tractor de vía estrecha de 1.5 m (fig. F). Deberá adaptarse una cabeza de 3
punto complementaria [5]. Para vía de tractor normal, el enganche irá
centrado.
lassen
sich
alle üblichen
er
MONTAGE :
Omdat het chassis open en op twee steunen geplaatst is, de plaatsen
lokaliseren en de verschillende ensembles monteren (blokken wiel,
afstandsdozen, elementen, enz...) en hierbij exact voortgaan op het plan dat
overeenstemt met het te monteren zaaimachine.
OPGELET :
Vooral voor de stortbakken van Microsem moeten deze plannen
gerespecteerd worden om te vermijden dat ze bij het opvouwen blijven
haken.
Voor elk model bijzondere raadgevingen kunnen op die plannen staan : er
rekening mee houden.
- de 2 steunen turbine NC [1] worden gemonteerd volgens fig. A
- de aanzuigbuizen van de opvouwbare delen en ook de flexibele slangen
van sleuventrekkers moeten langs geleidingen [2] (fig. B) lopen.
- de insecticide helling Microsem bestaat uit 3 onafhankelijke delen met 6
lage steunen voor de MECA V4 en 2 lage steunen plus 4 hoge steunen voor
de NC.
- 2 bijkomende stangen [3] (fig. C) moeten gemonteerd worden met de
MECA V4 uitgerust met een helling Microsem.
- De 2 compenserende veren [4] (fig. D) niet vergeten.
- De uitwissers van sporen van tractorwielen worden gemonteerd volgens
fig. E.
- De voor de MECA V4 en NC gebruikelijke uitrustingen zijn aanpasbaar,
behalve de kunstmestinbrengers.
- Het is mogelijk de aankoppeling van een halve tussenrij opzij te zetten om
een tractor met een smalle baan van 1.5 m (Fig. F) te gebruiken. Een
e
bijkomende kop 3
punt [5] moet dan aangepast worden. Voor een normale
tractorbaan is de aankoppeling gecentreerd.
MONTAGGIO :
Una volta aperto il telaio e sistemato su due supporti, individuare le sedi e
montare i diversi insiemi (blocchi ruote, scatole di distanze, elementi, ...)
facendo riferimento esattamente al piano che corrisponde alla seminatrice
da montare.
ATTENZIONE : Soprattutto per le tramogge di Microsem, questi piani
devono essere rispettati per evitare gli ancoraggi al momento della chiusura.
Su tali piani possono figurare dei consigli particolari per ogni modello :
bisogna tenerne conto.
- i 2 supporti turbina NC [1] si montano seguendo la fig. A
- i tubi di aspirazione delle parti ripiegabili così come i flessibili dei
solcatori devono passare per delle guide [2] (fig. B).
- il distributore insetticida Microsem si presenta in 3 parti
indipendenti con 6 supporti bassi per il MECA V4 e 2 supporti bassi
più 4 supporti alti per il NC.
- 2 supporti supplementari [3] (fig. C) devono essere montati con il
MECA V4 dotato di un distributore Microsem.
- non dimenticare le 2 molle di compensazione [4] (fig. D).
- i cancellatori di tracce di trattore si montano seguendo la fig. E.
- Le attrezzature abituali dei MECA V4 e NC sono adattabili, tranne i
fertilizzatori.
- è possibile sfalsare l'aggancio di una mezza inter-fila per utilizzare un
trattore a via stretta di 1.5 m (fig. F). Una testa 3
[5] deve allora essere adattata. Per via di trattore normale, l'aggancio è
centrato.
31
ème
punto complementare