Aansluiting en bediening
Draadinvoer vooruit/achteruit
Wanneer er niet wordt gelast, kan de draaddoorvoer
worden geactiveerd door een van de toetsen in te
drukken of kan worden geactiveerd door de robot-
interface, als de RWF 30 draadaanvoerunit wordt
gebruikt in een robot-opstelling.
IGC (Intelligent Gas Control)
De RWF 30-unit wordt geleverd met IGC, een functie
voor dynamische gasdoorstroom afstelling op basis
van de lasparameters. Stel de gasdoorstroom in op
2-6 bar.
Kalibreer de IGC gasdoorstroom op de
afstandsbediening (zie de gebruikershandleiding
voor een gedetailleerde beschrijving).
Gas test
De gasstroom testfunctie kan worden geactiveerd
op de robotinterface of door op de gastesttoets op
de afstandsbediening te drukken (zie gebruikers-
handleiding voor een gedetailleerde beschrijving).
Status indicator (7)
•
LED uit: RWF is niet actief. Gebruik de
robotinterface of de aangesloten toorts om de
RWF-eenheid te activeren.
•
Knipperende LED: RWF is actief maar niet CAN-
verbonden met de stroombron. Controleer de
CAN-bekabeling en de stekker.
•
LED aan: RWF is actief.
Schone Lucht (1+2)
Als de RWF-eenheid wordt gebruikt in combinatie
met een geïntegreerde robotinterface, is het
mogelijk om een compressoreenheid aan te sluiten
voor het reinigen van de gasmondstuk. Stel de
perslucht in en gebruik de robotinterface voor
besturing.
Botsingsbeveiliging voor robotcontroller (10)
De aanraakbeveiligingsfunctie maakt een aansluiting
van een mechanische zekering op de robottoorts
mogelijk. Dit voorkomt dat de toorts uit de kalibratie
komt in geval van een botsing met een werkstuk. De
functie is alleen van toepassing als de RWF-eenheid
wordt gebruikt in een geïntegreerde robotinterface-
instelling.
Aanraakdetectie (11)
Voor lasnaadlokalisatie; deze functie is van toepassing als de
RWF-unit wordt gebruikt in een geïntegreerde robotinterface-
instelling en lasdraad of een contactpunt gebruikt om elektrisch
contact te maken. De robot past automatisch de lasnaadpositie aan
voorafgaand aan het ontsteken van de boog.
Voor de exacte positionering van de lastoorts is het mogelijk om
het Aanraakdetectie-signaal te gebruiken. Deze optie is alleen
beschikbaar als u Fieldbus-communicatie gebruikt.
Wanneer de lasdraad contact maakt met het werkstuk, wordt de
robot/regelaar dit verteld doordat de status van een output-bit
wordt gewijzigd. Aanraakdetectie kan ook worden aangesloten op
het gasmondstuk.
N.B. De aanraakdetectie via het gasmondstuk wordt automatisch
ingeschakeld via een relais bij het activeren van de aanraak-
detectie functie. Het relais zal om veiligheidsredenen tijdens het
lassen het detectiesignaal van het gasmondstuk afkoppelen.
Activeer aanraakdetectie door het aanraakgevoelige input-bit in te
schakelen.
Note: Voor Sigma Select is dit input-bit # 123. Zie Fieldbus-
configuratiebestand voor meer informatie.
Lees de output-bit voor de aanraakdetectie status.
Wanneer de lasdraad (of optioneel het gasmondstuk) contact maakt
met het werkstuk, terwijl er niet wordt gelast:
Note: Voor Sigma Select uitvoer-bit # 147 is ON als er contact is, en
OFF als er geen contact is. Zie Fieldbus-configuratiebestand
voor meer informatie.
Naar robotcontroller
Naar botsingssensor
en aanraaksensor
Mannetje
Vrouwtje
0V
1
1
24V
2
2
Aanraaksensor signaal
3
3
Toorts
1K
Ω
50W
gasmondstuk
detectie relais
Centraal
Lassen +
aansluiting
van stroombron
28
b
otsingsbescherming en
gevoeligheid signaal aan de toorts
P
1: 0V
in
naar botsingssensor
P
2: +24V
in
naar botsingssensor
P
3: s
in
ignaal naar de botsingssensor
P
7: c
in
ontactmetings aansluiting Van gasmondstuk
b
otsingsbescherming signaal naar robot controller
P
1: 0V
in
Vanuit robot controller
P
2: +24V
in
Van robot controller
P
3: b
in
otsingssignaal naar robot controller
Naar RWF 30-botsingssensor
a
BINZEL
ABICOR
Bekabeling
b
7
a = groen
b = wit
c = bruin
Mannetje
1
Toorts
Botsing
sensor
en aanraaksensor
Mannetje
1
2
7
c
3
3
2
Contactsignaal
toorts
gasmondstuk