7. Bediening
7.1 Varen
Om de motor te starten, schakelt u hem in, legt u de magneetpin
op de juiste plaats en draait u de helmstokhandgreep uit de stoppositie
naar de gewenste richting.
1.
38
• De magneetpin kan de werking van pacemakers beïnvloeden. Houd de
magneetpin op minstens 50 cm afstand van pacemakers. De magneet-
pin kan elektronische en magnetische instrumenten beïnvloeden (bijv.
kompas). Controleer de invloed op de instrumenten aan boord alvorens u
vertrekt.
• Plak of bind de magneetpin niet aan de helmstok.
• Doe het touw van de magneetpin rond uw pols of bevestig het aan uw
zwemvest.
• Controleer de werking van de magneetpin voor iedere tocht.
De magneetpin kan magnetische informatiedragers wissen (vooral
kredietkaarten, EC-kaarten, enz.). Houd de magneetpin op voldoende
afstand van magnetische informatiedragers.
7.2 Multifunctioneel display met signaaltoon
De helmstok is met een geïntegreerd display resp. een boordcompu-
ter en drie knoppen uitgerust. Als u gedurende 1 seconde op de aan/
uit-toets drukt, zet u de motor in werking. Als u opnieuw gedurende 3
seconden op de toets drukt, schakelt u de motor opnieuw uit. U kunt
de motor in iedere status uitschakelen. Na 1 uur zonder activiteit wordt
het systeem automatisch uitgeschakeld. Door opnieuw op de toets te
duwen, kan hij opnieuw in werking worden gezet.
2.
3.
foutmelding e