7. Bediening
7.1 Varen
Om de motor te starten, schakelt u hem in, legt u de magneetpin op
de juiste plaats en draait u de helmstokhandgreep uit de stoppositie
naar de gewenste richting.
1.
34
De magneetpin kan de werking van pacemakers beïnvloeden. Houd de
magneetpin op minstens 50 cm afstand van pacemakers.
De magneetpin kan elektronische en magnetische instrumenten beïnvlo-
eden (bijv. kompas). Controleer de invloed op de instrumenten aan boord
alvorens u vertrekt.
De magneetpin kan magnetische informatiedragers wissen (vooral
kredietkaarten, EC-kaarten, enz.). Houd de magneetpin op voldoende
afstand van magnetische informatiedragers.
7.2 Multifunctioneel display met signaaltoon
De helmstok is met een geïntegreerd display resp. boordcomputer en
drie toetsen uitgerust. Als u gedurende 1 seconde de „Aan/Uit"-toets
indrukt, zet u de motor in werking. Als u de toets opnieuw gedurende 3
seconden indrukt, schakelt u de motor opnieuw uit. U kunt de motor in
iedere status uitschakelen. Na een uur zonder activiteit wordt de motor
automatisch uitgeschakeld. Door opnieuw op de toets te drukken, kan hij
opnieuw in werking worden gezet.
Met de „set-up"-toets hebt u de mogelijkheid de eenheden van de
indicatie in te stellen.
2.
3.