Télécharger Imprimer la page

Güde GMD 400 Traduction Du Mode D'emploi D'origine page 29

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 13
Bevestigingsschroeven in de tandwielassen
losmaken en de wisseltandwielen van de assen
verwijderen.
De bevestigingsmoeren van de
tandwielbalanshouder losmaken.
Kies de benodigde wisseltandwielen aan de hand
van tabel 3. De tabel geeft het benodigde aantal
tanden aan (F) van de wisseltandwielen voor de
aanzet in mm per omwenteling (E).
Plaats de gekozen wisseltandwielen (1/1) en
schroef de bevestigingsmoeren van de
tandwielbalanshouder weer vast.
Schroefdraadaanwijzer
Als de te snijden schroefdraadspoed een verhouding
t.o.v. de leispilspoed heeft in hele getallen, kan men de
leispil "uitschakelen" (als bijv. tegen een aanslag
gesneden wordt). Men komt altijd opnieuw in de juiste
schroefdraadgang, d.w.z. de schroefdraad wordt niet
versneden. (Het geldt in beperkte mate voor
nauwkeurige schroefdraden). Meervoudige
schroefdraden worden op de gewone wijze door
instelling van de bovenslede met ½, 1/3 etc. van de
spoed gesneden. Indien de verhouding LS-spoed is: De
schroefdraadspoed niet in hele getallen, kan men
normaal niet uitschakelen - de schroefdraadaanwijzer
maakt het evenwel mogelijk. Men stelt de gewenste
spoed in en drukt de spil in. In ingedrukte staat
uitzetten. Dan wordt de aanwijzer volgens de
aanwijzing (welk getal bij welke spoed behoort) met het
overeenkomstige getal op de markeringsstreep
ingesteld. Nu kan men altijd uitschakelen. Men moet er
alleen op letten dat men het LS-slot slechts dan weer
sluit, als het overeenkomstige getal aan de
markeringsstreep op de aanwijzer voorbijkomt.
Langsdraaien
Bij langsdraaien beweegt de draaibeitel parallel met de
as van het werkstuk.
Voor langsdraaien naar links, eerst de bedslede
(2/5) met het handwiel (2/4) zo ver mogelijk naar
links en de bovenslede (2/7) met het handwiel
(2/12) zo ver als mogelijk naar rechts draaien.
Zet de hendel voor de aanzetrichting op de
achterkant van uw machine in positie 2 en
vergrendel de bedslede (2/5) met de
vergrendelhendel van de aanzet (2/10).
De dwarsslede (2/6) door draaien met het
handwiel (2/8) zo ver terug voeren dat de
draaibeitel het werkstuk niet raakt.
De bovenslede (2/7) met het handwiel voor
handmatige aanzet (2/12) zodanig instellen dat het
snijpunt van de draaibeitel boven de grootste
diameter van het werkstuk staat.
De dwarsslede (2/6) door het draaien van het
handwiel (2/8) naar het werkstuk laten komen, tot
de draaibeitel de oppervlakte van het werkstuk
raakt.
Nu is de uitgangspositie voor het bewerken van de
buitendiameter van uw werkstuk bereikt.
Overtuigt u zich er van dat de aanzetinrichting
uitgeschakeld is voordat u de machine inschakelt.
Let er altijd op dat de beitel exact centraal
ingesteld is.
Vlakdraaien
Het vlakdraaien vindt op soortgelijke wijze plaats als het
langsdraaien. Bij vlakdraaien beweegt de draaibeitel
zich naar de werkstukas.
Stel de hoofdsnede van de draaibeitel exact op het
midden van het werkstuk in zodanig dat in het
werkstukmidden geen inzet blijft staan. Stel de
draaibeitel m.b.v. het center in.
Binnendraaien
Het binnendraaien gebeurt soortgelijk als het vlak- en
langsdraaien. Omdat de draaibeitel bij het
binnendraaien meestal niet te zien is, moet hier in het
bijzonder voorzichtig gewerkt worden.
In- en afsteken
Voor het insteken wordt een steekbeitel en voor afsteken een
afsteekbeitel gebruikt.
Conisch draaien
Stelschroeven losmaken.
Bovenslede (2/7) om zijn as draaien.
M.b.v. de schaal de gradenverdeling instellen.
Stelschroeven weer vastdraaien nadat de bovenslede op
juiste gradenstand is ingesteld.
Schroefdraadsnijden
Gebruik voor het snijden van schroefdraden een speciale
schroefdraadbeitel die exact recht tegen de as van het
werkstuk ingespannen wordt.
Bij het schroefdraadsnijden vindt de aanzet middels de
leispil (2/13) plaats en moet overeenkomstig met de
schroefdraadspoed zijn. Hiervoor wordt de
overeenkomstige aanzetsnelheid, door de keuze van de
juiste wisseltandwielen, ingesteld (zie Instellingen van
aanzet).
Bediening (afb. 2)
Machine in- en uitschakelen
De toerentalregelaar (2/1) moet voor iedere inschakeling
of wijziging van de draairichting eerst op de nulpositie
ingesteld worden.
Kies nu de juiste draairichting aan de keuzeschakelaar
voor draairichtingen (2/2) (L= linksloop / R= rechtsloop).
Voor het inschakelen nu de toerentalregelaar (2/1)
bedienen.
Voor het uitschakelen de uitschakelaar (2/3) gebruiken.
Aanwijzingen stap voor stap (afb. 2)
De draaibeitel vast in de beitelkop inspannen.
Het werkstuk zo vast en zo ver als mogelijk in de
drieklauwplaat (2/23) inspannen.
Controleer of het werkstuk "rond" loopt.
M.u.v. schroefdraadsnijden dient de aanzet
gedeactiveerd te zijn.
Machine inschakelen.
Transport en opslag
Tijdens het transport van de machine moet de bedslede tot het
einde van het bed in de buurt van de losse draaibank kop
geplaatst en daar vastgeklemd worden.
Onderhoud en verzorging
Voor iedere onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden netstekker uitnemen!
Tijdens het gebruik van de machine moet op het nodige
onderhoud gelet worden. Hierdoor is het gewaarborgd dat de
hoge bedrijfsnauwkeurigheid en de betrouwbaarheid voor
lange tijd behouden blijft.
1.
Spanen m.b.v. een handveger of een kwast verwijderen.
2.
Voor het begin en na het gebruik moeten alle
beweegbare onderdelen gesmeerd worden.
3.
De glij- en geleidevlakken doorlopend van spanen en
afgesleten metalen deeltjes, in het bijzonder bij het
bewerken van grauw gietijzer, messing, brons en
aluminium schoonmaken en opnieuw met olie insmeren.
Oppervlakten niet met perslucht schoon blazen. Voor het
schoonmaken stoffer, penseel of stofzuiger gebruiken.
4.
Controleren of afgesleten metalen deeltjes langs de
viltstrippen en tussen de geleidevlakken zijn opgehoopt.
Afgesleten metalen deeltjes verwijderen, viltstrippen
schoonmaken, opnieuw plaatsen zodat deze alzijdig aan
de geleidevlakken aanliggen. Vilt en geleidevlakken
smeren.
29

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

48132