Inbedrijfstelling - Güde GMD 400 Traduction Du Mode D'emploi D'origine

5. Nooit willekeurige controles of onderhoud aan de
machine uitvoeren zolang de draaispil niet tot
volledige stilstand is gekomen.
6. Het toerental uitsluitend wisselen bij absoluut
stilstaande draaispil.
7. Let er op dat het onderstel het gewicht van de
machine kan dragen.
8. Altijd eerst de beschermende afdekkingen sluiten
voordat de machine wordt ingeschakeld.
Gebruik volgens de bepalingen
Met de draaibank kunnen zowel buiten- evenals
binnendraaiwerkzaamheden, vlakdraaiwerkzaamheden,
schroefdraaddraaien en een groot aantal boor-, ruim-
en schroefdraadsnijden uitgevoerd worden. Deze
draaibank is voor fijnmechanisch als ook voor thuiswerk
geschikt en in al zijn functies met een goed
werkresultaat te gebruiken.
Verwijdering
De verwijderinginstructies zijn met pictogrammen
aangegeven die op het apparaat, resp. op de
verpakking, te vinden zijn. Een beschrijving van de
afzonderlijke betekenissen is in het hoofdstuk
"Aanduidingen op het apparaat" te vinden.
Eisen aan de bedienende persoon
De bedienende persoon moet, voor het gebruik van het
apparaat, de gebruiksaanwijzing goed gelezen hebben.
Kwalificatie
Behalve een uitvoerige instructie door vakkundig
verkooppersoneel is er geen speciale kwalificatie voor
het gebruik van het apparaat nodig.
Minimale leeftijd
Het apparaat mag slechts door personen gebruikt
worden van 16 jaar of ouder.
Uitzondering hierop is het gebruik door jeugdige
personen bij een beroepsopleiding ter verkrijging van
vaardigheid en indien dit onder toezicht van een
opleider plaats vindt.
Scholing
Om het apparaat te kunnen gebruiken is enig passend
onderricht, door een vakman, resp. de
bedieningsaanwijzing, voldoende. Een speciale
scholing is niet noodzakelijk.

Inbedrijfstelling

1 Voor het in gebruik nemen van de machine deze
grondig op een perfecte montage van de
elektrische installatie en de vaste verbindingen op
de klemmen controleren. Door het transport
kunnen de leidingen loskomen en bij aansluiting
aan de netvoorziening zijn ongevallen dan niet te
vermijden.
2 De bedbanen en alle blanke onderdelen van de
machine zijn voor het transport met een
antiroestmiddel voorzien. Het antiroestmiddel kan
met petroleum of wasbenzine verwijderd worden.
Daarna de bedbanen drogen en de geleidingen
met een bedbaanolie smeren.
3 Het drijfwerk in de draaibankkop en in de overige
drijfwerken eerst met petroleum of wasbenzine
schoonmaken, drogen en met smeerolie vullen.
- Voor het drogen een pluisvrije doek gebruiken.
- Oude smeermiddelen, reinigings- en
oplosmiddelen verwijderen.
4 Alle bedieningselementen op een goede
bedienbaarheid, de langs- en dwarsgeleidingen
van het bed-, dwars- en bovenslede op een
spelingvrije goede beweging testen. Indien de
geleidingen te stroef zijn of haken of te veel
speling vertonen, deze nastellen met de geleidinglijsten
en de drukstiften.
5 Voor het in gebruik nemen van de machine deze grondig
op een perfecte montage van de elektrische installatie
en de vaste verbindingen op de klemmen controleren.
6 Voor inbedrijfstelling moeten alle veiligheidsonderdelen
en afdekkingen gemonteerd zijn.
7 Voor de éérste ingebruikneming het laagste spiltoerental
instellen en de machine minimaal 20 minuten zonder
belasting laten draaien. De lagerplaatsen enz. op
ongewone opwarming en functieverloop, geluiden enz.
controleren. Indien er geen abnormale afwijkingen
worden opgemerkt, kan het spiltoerental trapsgewijs tot
het hoogste toerental verhoogd worden.
8 Alle smeerplaatsen, smeergaten en te smeren vlakten
aan de machine met smeerolie behandelen.
9 Alle bedieningselementen op een goede bedienbaarheid
en spelingvrije goede beweging testen. Indien de
geleidingen te stroef zijn of haken of te veel speling
vertonen, deze nastellen met de geleidinglijsten en de
drukstiften.
Instellingen (afb.1, 2 en 3)
Vervanging van de klauwplaat
De klauwen (2/22) zijn van 1 tot 3 gemerkt en moeten in
volgorde in de drieklauwplaat (2/23) geplaatst worden.

De klauwplaatsleutel voor het klemmen (1/4) in een van
de schroefgaten van de drieklauwplaat (2/23) steken en
de klauwen (2/22), door naar links te draaien, lossen.

Voer de te vervangen spanklauw met het nummer 1 in
een van de geleidingen van de spanklauw en druk deze
in de richting van het middelpunt van de drieklauwplaat
(2/23).

De klauwplaatsleutel om te klemmen (1/4) naar links
draaien, tot de spanklauw een stukje in de richting van
het middelpunt van de drieklauplaat (2/23) is
opgeschoven.

Daarna de spanklauw nummer 2 en daarna nummer 3,
een na de andere, in de richting van de klokwijzers in de
volgende spanklauwgeleidingen plaatsen.

Alle 3 de spanklauwen (2/22), door rechtsdraaien van de
klauwplaatsleutel (1/4), naar elkaar in het middelpunt van
de drieklauwplaat (2/23) samen brengen.
Losse draaibankkop instellen
De losse draaibankkop (2/16) kan op de draaibankbed (2/14)
vooruit en terug bewogen worden.

Hiervoor de vastzetschroef voor het instellen van de losse
draaibankkop (2/17) lossen en de losse draaibankkop
(2/16) op de gewenste positie vastklemmen.

Vervolgens de vastzetschroef weer vastdraaien.
Pinole instellen

De pinole met center (2/19) dient voor het inspannen en
ondersteunen van langere werkstukken. De pinole kan
met behulp van het handwiel (2/15) voor- en achteruit
ingesteld worden. De pinole wordt met behulp van de
spanhefboom (2/18) in zijn gewenste positie
vastgeklemd.

Indien het center (2/19) verwijderd moet worden, maak
dan de spanhefboom (2/18) los en verplaats de pinole
met het handwiel (2/15) geheel naar achteren
verplaatsen. Het center (2/19) kan nu verwijderd worden.

Indien het center (2/19) geplaatst moet worden, plaats
deze dan in de pinole en span het center met behulp van
het handwiel weer in.

De schaal op de pinole geeft aan hoe diep men in het
werkstuk boort.
Instellingen van aanzet
Kies de draairichting van de leispil (2/13), met aan de
achterkant van de machine, de aanzetrichting van de leispil
(2/13).
Pos. 1 boven: Aanzetrichting links
Pos. 2 midden: Aanzetrichting uit
Pos. 3 Beneden: Aanzetrichting rechts
Om verschillende aanzetsnelheden te verkrijgen moeten de
wisseltandwielen (1/1) overeenkomstig gekozen worden.
28