Gebruiksaanwijzing
Fout
Motor start niet.
Motor loopt
onregelmatig (stottert).
Machine veegt niet.
Machine rijdt niet.
Slecht veegresultaat.
Overmatige trilling.
Versnellingen kunnen
slechts moeilijk worden
geschakeld.
1
) Zie „Motorhandleiding".
2
) Deze werkzaamheden alleen door een gespecialiseerde werkplaats laten uitvoeren.
Mogelijke oorzaak
Brandstoftank leeg.
Brandstof te oud.
Motor in koude toestand, chokehendel
niet op „
/ON/CHOKE" gezet.
Gashendel niet op „
Bougiestekker niet vastgestoken.
Bougie vuil of defect.
Primer niet bediend.
Chokehendel op „
/ON/CHOKE" gezet. Chokehendel op „RUN/OFF/
Bougiestekker los vastgestoken.
Brandstof te oud. Water of vuil in
brandstofinstallatie.
Ontluchtingsgat in tankdeksel verstopt.
Veegborstels ernstig vervuild.
Koppelingskabel voor veegborstel-
aandrijving niet goed ingesteld.
V-riem los of gescheurd.
Koppelingskabel voor wielaandrijving
niet goed ingesteld.
V-riem los of gescheurd.
Te hoge borsteldruk.
Veegborstels versleten.
Verzamelbak (toebehoren) niet correct
gemonteerd.
Losse delen, beschadigde veegborstels
of beschadigde aandrijfdelen.
Koppelingskabel voor wielaandrijving
niet goed ingesteld.
Oplossing
Tank vullen.
Oude brandstof buitenshuis in een
geschikt reservoir aftappen
Tank vullen met schone, verse brandstof.
Chokehendel op „
zetten.
/FAST" gezet.
Gashendel op „
Bougiestekker op de bougie steken.
Bougie reinigen
vervangen
Bedien de primer.
Bougiestekker stevig vaststeken.
Oude brandstof buitenshuis in een
geschikt reservoir aftappen
Tank vullen met schone, verse brandstof.
Tankdeksel en ontluchtingsgat reinigen.
Motor stoppen en bougiestekker
lostrekken. Vervuiling verwijderen.
Koppelingskabel instellen (zie „Koppeling
voor veegborstelaandrijving instellen").
Losse V-riem laten spannen
Gescheurde V-riem laten spannen
Koppelingskabel instellen (zie „Koppeling
voor wielaandrijving instellen").
Losse V-riem laten spannen
Gescheurde V-riem laten spannen
Steunwielen verstellen om de borsteldruk
te verminderen.
Borstelwalsen per paar vervangen.
Verzamelbak correct monteren.
Motor onmiddellijk stoppen en bougie-
stekker lostrekken. Losse schroeven en
moeren vastdraaien. Beschadigde delen
laten repareren
Koppelingskabel instellen (zie „Koppeling
voor wielaandrijving instellen").
Nederlands
1
).
/ON/CHOKE"
/FAST" zetten.
1
). Defecte bougie laten
2
).
" zetten.
1
).
2
).
2
).
2
).
2
).
2
).
47