Transport - MTD J14 Notice D'instructions

Gebruiksaanwijzing
moet de verzamelbak stapsgewijs
(telkens een gat verder naar
boven) op de opnamepen
verplaatst worden.
Verzamelbak met de twee extra

splitpennen (meegeleverd met
verzamelbak) door afsteken in
het bovenste gat van de beide
opnamepennen borgen
Vuil opvegen met
veegschort
Aanwijzing
Montage van veegschort zie aparte
montagehandleiding.
Het veegschort beschermt bij het
opvegen van droog veegmateriaal
tegen stofopwerveling en steenslag.
Afbeelding 5
Opbouw
Splitpennen aan de beide

opnamepennen verwijderen.
Veegschort van voren boven

op de opnamepennen steken en
met de splitpennen aan elke zijde
in het onderste gat borgen.
Demontage
Splitpennen aan de beide

opnamepennen verwijderen.
Verzamelbak naar boven van

de opnamepennen losmaken.
Splitpennen in de beide

opnamepennen steken.
Aanwijzing
Indien gewenst kan het keerschort
bovendien aan de beide aanwezige
schroeven (A) van het klapdak
worden bevestigd.
Sneeuw ruimen met
sneeuwruimschild
Aanwijzing
Montage van sneeuwruimschild
zie aparte montagehandleiding.
Opbouw
Afbeelding 6
Splitpennen aan de beide

opnamepennen verwijderen.
Sneeuwruimschild van voren

boven op de opnamepennen
steken en met de splitpennen
aan elke zijde in het onderste
gat borgen.
Demontage
Splitpennen aan de beide

opnamepennen verwijderen.
Sneeuwruimschild naar boven

van de opnamepennen
losmaken.
Splitpennen in de beide

opnamepennen steken.
Werkhoogte instellen
Afbeelding 7
Afhankelijk van de ondergrond kan
de werkhoogte via de glij-ijzers
worden ingesteld. Bij oneffenheden
zoals grindlaag of uitstekende
schachten is een grotere
werkhoogte vereist.
Borgmoer losmaken.

Glij-ijzer verschuiven.

Borgmoer weer vastdraaien.

Het andere glij-ijzer op dezelfde

hoogte instellen.
Aanwijzing
Altijd beide glij-ijzers gelijkmatig
verstellen.
Sneeuwruimen
Let op!
Bij het rijden over trottoirbanden en
andere obstakels kan schade aan
de machine ontstaan. Werk voor-
zichtig.
Over obstakels zoals trottoir-
banden kan worden gereden door
de stuurstangen omlaag te duwen.
Hierbij wordt het sneeuw-
ruimschild van de grond opgetild.
Indien mogelijk meteen na het

vallen van de sneeuw ruimen om
het ruimen te vergemakkelijken.
Om de sneeuwhoeveelheden

niet te groot te laten worden niet
slechts in één richting schuiven.
Grote oppervlakken van binnen

naar buiten en gelijkmatig naar
alle zijden ruimen.
Aanwijzing
– Het sneeuwruimschild wordt
door de glij-ijzers op afstand
tot de grond gehouden.
– Bij tegelijkertijd sneeuwruimen
en vegen verwijderen de
volgende veegborstels achter-
blijvende sneeuwresten.
– Voor een betere tractie kunnen
afhankelijk van het model
sneeuwkettingen worden
gebruikt. Vraag uw vakhandel
om advies.

Transport

Rijden
Voor het rangeren/voor het
afleggen van korte afstanden.
Machine starten.

Een voorwaartse of achter-

waartse versnelling kiezen.
Koppelingshendel voor

wielaandrijving indrukken en
vasthouden.
Machine voorzichtig verrijden.

Transporteren zonder
de eigen aandrijving
Verwondingsgevaar
!
Voor het transporteren
– Zet de motor uit.
– Wachten tot alle bewegende
delen volledig tot stilstand zijn
gekomen. De motor moet zijn
afgekoeld.
– Trek de contactsleutel uit het
contact en de bougiestekker
los van de bougie.
Let op
Transportschade
De gebruikte transportmiddelen
(zoals transportvoertuig, laadplank
en dergelijke) moeten volgens
de voorschriften worden gebruikt
(zie de bijbehorende gebruiks-
aanwijzing).
Vervoer de machine alleen

met een lege brandstoftank.
Machine op of in een voertuig

in waterpas toestand trans-
porteren.
Vastzetrem activeren.

Machine vastzetten om rollen

en wegglijden te voorkomen.
Nederlands
43