Nederlands
– Wacht tot alle bewegende onderdelen
volledig tot stilstand zijn gekomen. De
motor moet afgekoeld zijn.
– Trek de bougiestekker van de motor
los op onbedoeld starten van de motor
te voorkomen.
Gevaar
Verwondingsgevaar door scherpe
maaimessen.
Draag werkhandschoenen.
Demontage
Afbeelding 25 en 26
Monteer de maaiwerkwielen in de
hoogste stand.
Zet het maaimechanisme helemaal
omhoog.
Duw de spanarm (1) in de richting van
de pijl om de V-riem te ontspannen
(afb. 25).
Verwijder de V-riem van de PTO-
koppeling (motorriemschijf).
Zet het maaiwerk omlaag.
Vasthoudbeugel van maaiwerk
verwijderen (afb. 28a). Trek de
splitpen (1) uit en trek de
vasthoudbeugel (2) uit de houder.
Trek de bout (4) uit om het maaiwerk
van de ophanging (2) te scheiden
(afb. 26).
Herhaal deze stappen aan de
linkerzijde van de machine.
Opmerking: Houd het maaiwerk hierbij
vast, zodat het niet op de grond valt.
Zet de maaihoogte-instelhendel in de
bovenste stand.
Trek het maaiwerk onder de machine
uit.
Montage
Afbeelding 26
Voer de bovengenoemde stappen
(demontage van het maaiwerk) in
omgekeerde volgorde uit om het
maaiwerk weer in te bouwen. Een
tweede helper vergemakkelijkt de pro-
cedure. Let erop dat de ophanging (2)
zich in de uitsparingen (3) van de
maaiwerkhouders (1) bevindt en de
bout (4) correct vastgeklikt is.
Instellingen maaiwerkniveau
Als het maaiwerk ongelijkmatig lijkt te
maaien, kan een instelling van het
zijwaartse niveau plaatsvinden.
Opmerking
Controleer de bandendruk van de
machine voordat u het maaiwerk instelt.
Zijwaarts niveau instellen
Afbeelding 27
Zet het maaimechanisme helemaal
omhoog.
50
Draai de buitenste maaimessen
voorzichtig (verwondingsgevaar)
dwars op de rijrichting.
Meet de afstand van de einden van de
beide buitenste messen tot de grond.
Het resultaat moet hetzelfde zijn. Stel
indien nodig het correcte niveau in
door aan het instelsegment (2) van de
rechter maaiwerkzijde te draaien.
Draai hiervoor eerst de dopschroef (1)
los. Verwijder de schroef niet. Draai de
schroef na de instelling weer vast.
Niveau van voren naar achteren
instellen
Afbeelding 28b
Opmerking
Stel voor deze instelling het zijwaartse
niveau in en controleer het.
Zet het maaimechanisme helemaal
omhoog.
Draai de buitenste maaimessen
voorzichtig (verwondingsgevaar)
parallel op de rijrichting .
Meet de afstand van de einden van het
rechter mes tot de grond. Het einde
van het mes moet ca. 3,2–6 mm lager
staan als het meseinde achter. Verstel
indien nodig de voorste
vasthoudbeugel (2). Hiertoe door
verstellen van de instelmoeren (3) het
correcte niveau instellen.
Buiten bedrijf stellen
Let op!
Schade aan de machine
De machine parkeren met een afgeko
elde motor en alleen in een schone en
droge ruimte. Bescherm de machine
tegen corrosie wanneer u deze voor
lange tijd stalt, bijvoorbeeld in de winter.
Na het seizoen of indien de machine
langer dan een maand niet wordt geb-
ruikt:
Machine en grasbak reinigen.
Alle metalen onderdelen ter
bescherming tegen roest afvegen met
een met olie besprenkelde doek of
inspuiten met oliespray.
De accu opladen met een
oplaadapparaat.
Als u de machine tijdens de winter
opbergt, dient u de accu te
verwijderen, deze op te laden en op
een droge en koele plaats (tegen vorst
beschermd) te bewaren. De accu elke
4–6 weken en voor het opnieuw
inbouwen opladen.
Brandstof in een opvangbak aftappen
(alleen in de buitenlucht) en de motor
verder behandelen zoals beschreven
in het motorhandboek.
Gebruiksaanwijzing
De banden oppompen volgens de
gegevens op de zijkant van de
banden.
De machine stallen in een schone en
droge ruimte.
Garantie
De garantiebepalingen die door onze
onderneming of de importeur in uw land
zijn uitgegeven, zijn van toepassing.
Storingen aan uw machine verhelpen wij
kosteloos in het kader van de garantie,
indien een materiaal- of productiefout
hiervan de oorzaak is. Neem bij garantie
contact op met uw leverancier of de ves-
tiging bij u in de buurt.
Informatie over de motor
De motorfabrikant is aansprakelijk voor
alle motorproblemen m.b.t. vermogen,
vermogensmeting, technische
gegevens, garantie en service. Infor-
matie vindt u in het apart meegeleverde
map/bedieningshandboek van de motor-
fabrikant.
Hulp bij storingen
!
Gevaar
Verwondingsgevaar door onbedoeld
starten van de motor
Bescherm uzelf tegen verwondingen.
Voor alle werkzaamheden aan deze
machine
– Zet de motor uit,
-
– Trek de sleutel uit het contact,
– Vergrendel de vastzetrem,
– Wacht tot alle bewegende onderdelen
volledig tot stilstand zijn gekomen. De
motor moet afgekoeld zijn.
– De bougiestekker van de motor
lostrekken, zodat onbedoeld starten
van de motor onmogelijk is.
Storingen van de werking van uw
machine hebben vaak een eenvoudige
oorzaak, die zelf kunt opsporen en ver-
helpen. Bij vragen of problemen helpt uw
leverancier u graag verder.