Gebruiksaanwijzing zitmaaier
Toebehoren (optioneel)
!
Verwondingsgevaar door
maaigereedschap
Draag werkhandschoenen.
Mulchen
Afbeelding 6
Toebehoren: Mulchsluitstuk
Zet de hendel voor het instellen
van de maaihoogte op „1" (maai -
werk onder).
Uitwerpklep (a) verwijderen.
Mulchsluitstuk (b) monteren.
Tips voor het verzorgen
van het gazon
Enkele tips om uw gazon gezond en
gelijkmatig te laten groeien.
Maaien
Gazon bestaat uit verschillende
soorten gras. Als u vaak maait,
bevordert dit de groei van gras met
stevige wortels.Als u minder vaak
maait, bevordert dit de groei van
lang gras en onkruid (bijv. klaver en
madeliefjes).
De normale hoogte van een gazon
bedraagt 4 tot 5 cm. Maai slechts
een derde van de totale hoogte. Dus
bij 7–8 cm op normale hoogte knip -
pen. Het gazon niet korter maaien
dan 4 cm omdat het anders bij droog
weer beschadigd raakt.
Lang gras (bijv. na de vakantie) in
verschillende beurten tot normale
lengte maaien.
Mulchen (met toebehoren)
Het gras wordt bij het maaien
in kleine stukjes van ca. 1 cm ges -
neden en blijft liggen. Het gazon kri -
jgt zo de beschikking over veel voe -
dingsstoffen.
Voor een optimaal resultaat moet
het gazon altijd kort worden
gehouden. Zie ook het gedeelte
„Maaien".
De volgende aanwijzingen bij het
mulchen opvolgen:
– Maai geen nat gras.
– Maai nooit meer dan 2 cm van de
totale lengte van het gras.
– Rijd langzaam.
– Gebruik het maximale motorto -
erental.
– Reinig het maaiwerk regelmatig.
Transporteren
Rij slechts korte afstanden met de
machine als u deze op een andere
locatie wilt gebruiken. Gebruik voor
grote afstanden een transportvoer -
tuig.
Opmerking: De machine mag niet
worden gebruikt op de openbare
weg.
Korte afstanden
!
Gevaar
Door het maaiwerk kunnen voor
werpen worden gegrepen en weg
geslingerd. Dit kan schade
veroorzaken.
Het maaiwerk uitschakelen,
voordat u met de machine gaat
rijden.
Lange afstanden
Let op!
Transportschade
De gebruikte transportmiddelen
(zoals transportvoertuig, laadplank
en dergelijke) moeten volgens de
voorschriften worden gebruikt (zie
de bijbehorende gebruiksaanwij
zing). De machine moet voor het
transport worden vastgezet zodat
hij niet kan wegglijden.
Gevaar voor het milieu door lek
kende brandstof.
Vervoer de machine niet in een
gekantelde positie.
Het transportvoertuig klaarzet -
ten.
De oprit aanbrengen bij
het transportvoertuig.
Duw de machine in de stationaire
toestand met de hand op het la -
advlak.
De parkeerrem activeren.
De machine vastzetten, zodat hij
niet kan wegglijden.
Reiniging/onderhoud
!
Gevaar
Verwondingsgevaar door onbedo
eld starten van de motor
Bescherm uzelf tegen verwondin
gen. Voor alle werkzaamheden aan
deze machine
– De motor uitzetten.
– De contactsleutel uit het contact
trekken.
– De parkeerrem activeren.
– Wachten tot alle bewegende
delen volledig tot stilstand zijn
gekomen. De motor moet zijn
afgekoeld.
– De bougiestekker van de motor
-
lostrekken, zodat onbedoeld
-
starten van de motor onmogelijk
is.
Let op!
Gebruik voor het reinigen geen
hogedrukreiniger.
Reinigen
Opmerking
Reinig de machine na elk gebruik
grondig.
Zet de machine op een stevige
en vlakke ondergrond.
De parkeerrem activeren.
-
Maaiwerk reinigen
!
Gevaar
Verwondingsgevaar door scherpe
maaimessen.
-
Draag werkhandschoenen.
Reinig de maaigereedschappen
voorzichtig.
Let op!
Motorschade
Kantel de machine niet meer
dan 30°. Brandstof kan in de verb
randingsruimte lopen en tot motor
schade leiden.
Zet het maaiwerk helemaal omh -
oog.
Reinig de maairuimte met bors -
tel, handveger of doek.
Nederlands
-
-
-
-
43