Nederlands
Uw machine in één
oogopslag
Let op! Beschadiging van de
machine.
Hier worden eerst de functies van
de bedienings- en indicatie-ele
menten beschreven. Nog geen
functies uitvoeren!
Afbeelding 1
1 Hendel voor snelheidsstanden/
vastzetrem
Snelheid (afb. 4a):
Lage snelheid
= hendel op „1".
Hoge snelheid
= hendel op „6" of „7" (optio -
neel).
Snelheid verhogen
= verstel de rijstanden zonder
bediening van het koppelings-
en rempedaal.
Snelheid verlagen
= verstel de rijstanden met
bediening van het koppelings-
en rempedaal (half indrukken).
Vastzetrem (afb. 4b):
De parkeerrem activeren:
koppelings- en rempedaal hele -
maal indrukken. Hendel voor
snelheidsstand op
De parkeerrem losmaken:
Koppelings-/rempedaal hele -
maal indrukken. Hendel naar
een snelheidsstand duwen.
2 Koppelings- en rempedaal
Koppel = pedaal half indrukken.
Remmen = pedaal volledig in -
drukken.
Opmerking
Dient ook voor activeren/deacti -
veren van de parkeerrem.
40
3 Hendel voor maaihoogte-instel -
ling
Met de hendel de verschillende
maaihoogtestanden instellen
(1 tot max. 5, afhankelijk van
model).
Stand 1 = laagste maaihoogte –
-
maaiwerk helemaal omlaag.
Stand 5* = hoogste maaihoogte
– maaiwerk helemaal omhoog.
(* Afhankelijk van model.
Hoogste getal komt overeen
met de hoogste maaihoogte).
4 Indicatie tankinhoud
(afhankelijk van model)
Geeft in het kijkvenster het peil
van de brandstoftank
(afbeelding 7).
5 Rijrichtinghendel
Instellingen mogen alleen wor -
den uitgevoerd als de machine
stilstaat. Druk hiervoor het rem -
pedaal helemaal in en houd het
ingedrukt.
Vooruit = hendel op „F/ "
Vrijloop = hendel op „N"
Achteruit = hendel op „R/ "
6 PTO-hendel
Met de PTO-hendel wordt het
maaiwerk mechanisch in- en
uitgeschakeld.
Maaiwerk uitschakelen
= hendel uit uitsparing duwen
en helemaal naar achter trek -
ken.
duwen.
Maaiwerk inschakelen
= hendel langzaam naar voren
duwen en in de uitsparing ver -
grendelen.
7 Contactslot (afhankelijk van
model)
Contactslot
Afbeelding 5a
Starten: Draai de sleutel naar
rechts
laat de sleutel vervolgens los.
Sleutel staat op
Stoppen: Draai de sleutel naar
links naar
, tot de motor loopt en
.
.
Gebruiksaanwijzing zitmaaier
Contactslot met OCR - functie
(afhankelijk van model)
Afb. 5b
Dit contactslot is voorzien van
een OCR-functie (= door de
gebruiker geregeld achteruit
maaien).
Starten: Draai de sleutel naar
rechts
, tot de motor loopt en
laat de sleutel vervolgens los.
Sleutel staat op
(normale stand) en maakt het
voorwaarts maaien mogelijk.
OCR - stand: Sleutel naar links
vanuit de normale stand naar
de stand voor achteruit maaien
draaien en op de
schakelaar (1) drukken.
De controlelamp (2) brandt en
geeft aan dat er nu achteruit en
vooruit met de machine kan
worden gemaaid.
Stoppen: Draai de sleutel naar
links naar
.
8 Gashendel
Motortoerental traploos instel -
len.
Hoog motortoerental =
Laag motortoerental =
9 Choke (afhankelijk van uitvoe -
ring)
Om een koude motor te starten,
trekt u de choke uit (9a) of zet u
de gashendel in de stand
(9b).
10 Tankdop
Tanken
11 Olievulopening
Olie bijvullen en oliepeil contro -
leren.
12 Accu
13 Blikjeshouder
14 Aanhangvoorziening
.
.