Externe reiniging van het spuitapparaat
Veeg de verf met een zachte, met water of spoelvloeistof bevochtigde doek van de behuizing van het apparaat.
Sproeikoppen:
De sproeikoppen moeten in bepaalde intervallen afhankelijk van slijtage worden vervangen; dit is afhankelijk van de
materiaaleigenschappen.
Spuit niet met een versleten kop. Zie Zoeken naar storingen vanaf pagina 21.
Opslag
TIP:
Gebruik CorroCheck om bevriezen en roesten van interne pomponderdelen te verhinderen.
1. Meng in het materiaalreservoir 0,12 liter Corro Check
met 0,12 liter water.
3. Draai de sproeikop in de reinigingspositie, zet het
ontluchting/afvoerventiel in de onderste positie en richt
het apparaat in een afvalemmer. Houd de trekker 1 tot 2
seconden ingedrukt.
2. Schroef het reservoir in het apparaat, zet het
ontluchting/afvoerventiel in de bovenste positie en houd
de trekker circa 10 seconden lang ingedrukt.
4. Gooi het gebruikte CorroCheck-mengsel in het reservoir
correct weg en spoel het reservoir met water uit.
5. Bewaar het apparaat op een koele, droge plaats in een
gebouw. Het apparaat mag alleen rechtop staand worden
bewaard.
41