Wisselen Van De Sproeikopopening; Instelling Van De Luchthoeveelheid; Consistentie Van De Materiaalmenging; Instelling Van De Materiaaltoevoer - Storch 631801 Mode D'emploi

1. Wisselen van de sproeikopopening

Voor een goede materiaalstructuur moet u minstens de dubbele diameter dan die van de mortelkorrel kiezen.
Draai hiertoe de beide kartelmoeren (3) los. Bij overgehaalde trekker kan de sproeierschijf (2) met de boringdiameters
4 - 13 mm eenvoudig in de gewenste positie worden gedraaid.
Let erop dat de dichtingsring (5) goed achter de schijf is geplaats. Bij het loslaten van de trekker wordt de sproeierkop
gecentreerd t.o.v. de boring. De bovenste en daarna de onderste kartelmoeren kunnne vervolgens weer vastgedraaid.

2. Instelling van de luchthoeveelheid

De benodigde luchthoeveelheid van het pistool is ca. 220 l / min. Een werkdruk van 2 - 3 bar is in de regel voldoende
voor alle spuitwerkzaamheden.
U kunt de luchthoeveelheid eenvoudig verstellen met de hogedrukknop op het pistool. Hoe meer lucht u instelt,
hoe fijner de spuitstructuur wordt. Als u met te veel lucht werkt, kunnen de zandkorrels van het bindmiddel worden
gescheiden en van de muur terugspringen. Dit leidt tot materiaalverlies en vervuiling.

3. Consistentie van de materiaalmenging

Een belangrijke voorwaarde voor betrouwbaar werken is het gebruik van gelijkmatig gemengd materiaal zonder grove
verontreinigingen. Het is noodzakelijk om de mortel zo dik te houden dat het in het trechterpistool net nog doorglijdt.
De morteldruppels blijven dan goed staan op het pleistervlak en vormen een mooie structuur.
Het is echter meestal verkeerd om de mortel dunner aan te roeren wanneer er een fijnere structuur is gewenst. In dit
geval is het beter een kleinere sproeierkop of een grotere luchthoeveelheid in te stellen.

4. Instelling van de materiaaltoevoer

Aan de kant van de pistoolgreep is een vleugelmoer aangebracht waarmee de hoeveelheid van het continu vereiste
materiaal kan worden ingesteld en bepaald. Neem als vuistregel dat de afstand tussen sproeierkop (24) en de materi-
aaldoorvoer (6) iets groter dan de gekozen sproeierkopboring moet zijn. Deze afstand kan bij losgeschroefde sproeier-
schijf (2) worden gecontroleerd.
U merkt snel hoeveelheid materiaal en welke instelling van het pistool voor uw werk juist zijn.

5. Reiniging van het apparaat

Regelmatig grondig met water afwassen, de sproeierkop doorblazen en extern reinigen.
Dankzij dit onderhoud en de reiniging kunt u het pistool betrouwbaar gebruiken.
7