A
9.1.4 - Fotosensor FT210B
De fotosensor FT210B verenigt in één enkele inrichting een systeem voor kracht-
beperking (type C volgens de norm EN12453) en een detectie-inrichting voor
obstakels op de optische as tussen de zender TX en de ontvanger RX (type D
volgens de norm EN12453). In de fotosensor FT210B worden de signalen van
de status van de contactlijst via de straal van de fotocel verzonden waarbij de 2
systemen in één enkele inrichting geïntegreerd worden. Het zenderdeel op de
mobiele vleugel wordt door batterijen van stroom voorzien waardoor lelijke kop-
pelingssystemen vermeden worden; speciale circuits verminderen het verbruik
van de batterij zodat er een levensduur van maximaal 15 jaar gegarandeerd kan
worden (zie de details van deze schatting in de aanwijzingen voor dit product).
Eén enkele inrichting FT210B in combinatie met een contactlijst (voorbeeld TCB65)
maakt het mogelijk het veiligheidsniveau van de "primaire contactlijst" te bereiken
dat de norm EN12453 voor elk "type gebruik" en "type activering" vereist.
De fotosensor FT210B gecombineerd met "resistieve" (8,2Kohm) veiligheids-
randen, is beveiligd tegen een enkele fout (categorie 3 van EN 954-1). Hij
beschikt over een speciaal circuit ter voorkoming van botsingen, dat interferen-
tie met andere detectoren vermijdt, ook als deze niet gesynchroniseerd zijn, en
maakt het toevoegen van andere fotocellen mogelijk: bijvoorbeeld, bij verkeer
van zware voertuigen waar normaal gesproken een tweede fotocel op 1m van
de grond wordt geplaatst.
Voor verdere informatie omtrent de manier van aansluiten en adresseren gelieve
u de handleiding met aanwijzingen voor FT210B te raadplegen.
9.1.5 - SLIGHT in "Slave"-modus
Bij een juiste programmering en aansluiting kan SLIGHT in de modus "Slave"
(slaaf) werken; deze werkingsmodus wordt gebruikt indien het nodig is 2 tegen-
over elkaar geplaatste vleugels te automatiseren en u wilt dat deze vleugels
synchroon lopen. In deze modus functioneert één SLIGHT als Master (mees-
ter), dat wil zeggen: hij stuurt de manoeuvres aan, terwijl de tweede SLIGHT
als Slave functioneert, dat wil zeggen: de door de Master verstuurde instructies
uitvoert (alle SLIGHT-modellen verlaten de fabriek als Master).
TABEL 10 - Programmering op SLIGHT Slaves onafhankelijk van SLIGHT Master
Functies van het eerste niveau (functies ON-OFF)
Stand-by
In beweging komen
Slave-modus
Lijst Fouten
In de Slave is het mogelijk aan te sluiten:
• een eigen knipperlicht (Flash)
• een eigen Spia Cancello Aperto [Controlelampje Poort Open] (S.C.A.)
• een eigen contactlijst (Stop)
9.1.6 - Herkennen van andere inrichtingen
Normaal gesproken wordt de procedure voor het herkennen van inrichtignen die op
BlueBUS en de STOP-ingang zijn aangesloten, uitgevoerd tijdens de installatiefase;
01. Druk op de toetsen "s" en "Set", en houd ze ingedrukt.
02. Laat de toetsen los wanneer de ledlampjes "L1" en "L2" heel snel beginnen te knipperen (na ongeveer 3 sec.).
03. Wacht enkele seconden totdat de besturingskast de mutering van de apparaten beëindigt.
04. Na afloop van de herkenningsprocedure zullen de ledlampjes L1 en L2 ophouden te knipperen, terwijl het ledlampje STOP
moet blijven branden en de ledlampjes L1...L8 zullen gaan branden op basis van de status van de functies ON-OFF
die zij vertegenwoordigen.
LET OP – Nadat er inrichtingen toegevoegd of verwijderd zijn, is het noodzakelijk opnieuw de eindtest van de automatisering uit te voeren
en wel volgens wat er in paragraaf "7.1 Eindtest" aangegeven is".
TABEL 11 - Voor het herkennen van andere inrichtingen
Voor het configureren van SLIGHT als Slave dient u de functie van het eerste
niveau "Modus Slave" te activeren (zie tabel 5).
De koppeling tussen de SLIGHT Master en de SLIGHT Slave vindt via BlueBUS
plaats.
LET OP - In dit geval dient de polariteit in de koppeling tussen de twee
SLIGHT-modellen gevolgd te worden zoals dat in afbeelding 16 te zien
is (voor de andere inrichtingen geldt nog steeds dat er niet op de pola-
riteit behoeft te worden gelet).
Voor het installeren van 2 SLIGHT in modus Master en Slave dient u de vol-
gende handelingen uit te voeren:
• Voer de installatie van de 2 motoren uit zoals is weergegeven in de afbeel-
ding. Het is niet van belang welke motor als Master en welke als Slave werkt;
bij de keuze hiervan dient u rekening te houden met het gemak van de aan-
sluitingen en het feit dat de instructie Stap-voor-Stap op de Slave alleen de
algehele opening van de vleugel Slave mogelijk maakt.
• Sluit de 2 motoren aan zoals is weergegeven in afbeelding 16.
• Kies de richting van de openingsmanoeuvre van de 2 motoren zoals is weer-
gegeven in de afbeelding (zie ook paragraaf "6.1 Keuze van de richting").
• Schakel de stroomvoorziening voor de 2 motoren in.
• Programmeer de functie "Modus Slave" voor de SLIGHT Slave (zie tabel 5).
• Voer de procedure voor herkenning van inrichtingen op de SLIGHT Slave uit
(zie paragraaf "9.1.6 Herkennen van de inrichtingen").
• Voer de procedure voor herkenning van inrichtingen op de SLIGHT Master uit
(zie paragraaf "9.1.6 Herkennen van de inrichtingen").
• Voer de procedure voor herkenning van de lengte van de vleugels op de SLIGHT
Master uit (zie paragraaf "6.4 Herkennen van de lengte van de vleugel").
Bij het koppelen van 2 SLIGHT in de modus Master-Slave dient u op het vol-
gende te letten:
• Alle inrichtingen dienen op SLIGHT Master aangesloten te worden (zoals op
afb. 16) met inbegrip van de radio-ontvanger.
• Indien een bufferbatterij gebruikt wordt, moeten beide motoren hun eigen
batterij hebben.
• Alle programmeringen op SLIGHT Slave worden genegeerd (het zijn die van
SLIGHT Master die prevaleren), met uitzondering van de programmeringen
vermeld in tabel 10.
Functies van het tweede niveau (instelbare parameters)
Motorsnelheid
Uitgang SCA
Motorkracht
• een eigen aansturingsinrichting (P.P.) die de algehele opening alleen van
de vleugel Slave aanstuurt.
• in Slave worden de ingangen Open en Close niet gebruikt.
als er inrichtingen worden toegevoegd of verwijderd, is het echter mogelijk om de
herkenning, zoals beschreven in tabel 11, opnieuw uit te voeren.
SET
SET
L1
L2
L1
L2
Nederlands – 11