• Zorg ervoor dat tijdens het transport geen benzine
uitloopt.
• Indien u het apparaat verplaatst of als u het apparaat
opbergt moet u de messen met de speciale meegele-
verde beschermhoes afdekken.
OPSLAg
1. Alle voorgaande onderhoudsvoorschriften opvolgen.
2. De trimmer heel goed schoonmaken en de metalen
delen invetten.
3. De brandstoftank legen en de deksel er weer op-
schroeven.
4. Is de tank geleegd, start dan de motor.
5. Laat de motor in nullast draaien totdat hij stopt, teneinde
de carburateur van brandstof te ontdoen.
6. Laat de motor afkoelen (ongeveer 5 minuten).
7. Draai de bougie met een bougiesleutel los.
8. Vul een theelepel met zuivere 2-takt olie in de ver-
brandingsruimte. Trek meerdere keren langzaam aan
de startkabel om de olie in het binnenste van de motor
te verdelen. Zet de bougie er weer in.
9. Sla het apparaat op een koele droge plaats op, veilig
weggeborgen tegen open vlammen en hittebronnen
zoals heetwaterinstallaties, oliestookketels enz.
OPgELET: Alle onderhoudswerkzaamheden, die
niet in deze gebruiksaanwijzing ter sprake zijn
gekomen, moeten bij een erkend reparateur worden
uitgevoerd. Om constant gebruik van de trimmer en een
gebruik volgens de voorschriften te garanderen, mogen
alleen ORIgINELE ONDERDELEN worden gebruikt.
OPNIEUW IN gEbRUIk NEMEN
1. Verwijder de bougie.
2. Trek snel aan de startkabel om de zich in de ver-
brandingsruimte bevindende olie te verwijderen.
3. Reinig de bougie en controleer de elektrodenafstand.
Zo nodig de bougie vervangen.
4. Maak het apparaat gereed voor gebruik.
5. Vul de tank met het juiste brandstof-oliemengsel. Zie
hoofdstuk "brand- en smeerstoffen".
RESERVEONDERDELEN
Bij het bestellen van reserveonderdelen moeten de vol-
gende gegevens worden vermeld;
• Type machine
• Artikelnummer van de machine
• Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. On-
derdelen van een andere kwaliteit kunnen de machine
beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de gebru-
iker.
AfVALVERWERkINg EN MILIEUbEHEER
Restanten van kettingolie resp. van een 2-taktmengsel
nooit in de afvoer resp. in de riolering of in de grond laten
weglopen, maar volgens de milieuvoorschriften bij het afval
aanbieden, bijvoorbeeld bij een afvalverwerkingsstation.
Wanneer uw apparaat op zeker moment niet meer te
gebruiken is of wanneer u het niet meer nodig heeft, gooi
het apparaat dan nooit weg bij het gewone huis-, tuin-
en keukenafval, maar verwijder het overeenkomstig de
milieuvoorschriften. Leeg de olietank en de benzinetank
goed en bied het restant aan bij een afvalverzameldepot.
Bied het apparaat eveneens bij een recyclingbedrijf aan.
Kunststof onderdelen en metalen onderdelen kunnen
hier worden gescheiden en voor hergebruik geschikt
worden gemaakt. Informatie hierover kunt u ook krijgen
bij uw gemeente.
NL-8