Set-Up Van De Uitgangen Out1, Out2; O1: Instelling Functie Uitgang 1; O2: Instelling Functie Uitgang 2; Sf: Startfrequentie - DAB ACTIVE DRIVER PLUS M/T 1.0 Instructions D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 100
12
13

6.6.16 Set-up van de uitgangen OUT1, OUT2

In deze paragraaf worden de functies en de mogelijke configuraties van de uitgangen OUT1 en OUT2 door middel
van de parameters O1 en O2 beschreven.
Zie voor de elektrische aansluitingen par. 2.3.4.
De fabrieksconfiguraties zijn te zien in Tabel 28.

6.6.16.1 O1: instelling functie uitgang 1

De uitgang 1 meldt een actief alarm (dit betekent dat er een blokkering van het systeem heeft plaatsgevonden). De
uitgang laat gebruik van een spanningloos contact (zowel normaal gesloten als normaal open) toe.
Aan de parameter O1 zijn de waarden en de functies gekoppeld die vermeld zijn in Tabel 29.

6.6.16.2 O2: instelling functie uitgang 2

De uitgang 2 meldt de bedrijfsstatus van de elektropomp (pomp aan/uit). De uitgang laat gebruik van een
spanningloos contact (zowel normaal gesloten als normaal open) toe.
Aan de parameter O2 zijn de waarden en de functies gekoppeld die vermeld zijn in Tabel 29.
Configuratie
van de uitgang
0
1
2
3

6.6.17 SF: startfrequentie

Alleen beschikbaar voor inverters van het type M/M.
Dit is de frequentie waarbij de start van de pomp plaatsvindt, voor een tijd ST (zie par. 6.6.18). De vooringestelde
waarde is gelijk aan de nominale frequentie van de pomp en deze waarde kan met de toetsen "+" en "-"worden
ingesteld tussen FN en FN-50%. Als er een FL hoger dan FN-50% is ingesteld, zal SF beperkt worden tot de waarde
voor de minimumfrequentie FL. Bijvoorbeeld voor FN=50Hz, SF kan de waarde worden ingesteld tussen 50 en 25 Hz;
als daarentegen FN=50 Hz en FL = 30 Hz, dan kan SF worden ingesteld tussen 50 en 30 Hz.
Actief met hoog
signaal op de
ingang (NO)
Actief met laag
signaal op de
ingang (NC)
Tabel 28: Detectie van het lagedruksignaal (KIWA)
Fabrieksconfiguraties van de uitgangen
Uitgang
OUT 1
OUT 2
Tabel 29: Fabrieksconfiguraties van de uitgangen
Configuratie van de aan de uitgangen gekoppelde functies
OUT1
Conditie voor
activering
Geen enkele
Arbeidscontact
functie toegekend
Geen enkele
Rustcontact
functie toegekend
Aanwezigheid
Het contact sluit bij
van blokkerende
blokkerende fouten
fouten
Aanwezigheid
Het contact opent bij
van blokkerende
blokkerende fouten
fouten
Tabel 30: Configuratie van de uitgangen
NEDERLANDS
Afwezig
Blokkering van het systeem
wegens lage druk op de
Aanwezig
Handmatig herstel
Blokkering van het systeem
wegens lage druk op de
Afwezig
Handmatig herstel
Aanwezig
Waarde
2
(fault NO gaat dicht)
2
(Pomp in bedrijf NO gaat dicht)
Status van het
uitgangscontact
Geen enkele
functie toegekend
Geen enkele
functie toegekend
Elektropomp in
bedrijf
Elektropomp in
bedrijf
239
Normaal
aanzuiging.
aanzuiging.
Normaal
OUT2
Conditie voor
Status van het
activering
uitgangscontact
Arbeidscontact
Rustcontact
Als de elektropomp
in bedrijf is, sluit het
contact
Als de elektropomp
in bedrijf is, opent
het contact
Geen
F4
F4
Geen

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières