2.4 Configuratie van de geïntegreerde inverter
Het systeem is zo door de fabrikant geconfigureerd dat aan de meeste installatiesituaties wordt voldaan, d.w.z.:
werking met constante druk;
setpoint (gewenste constante drukwaarde):
verlaging van de druk voor de herstart:
Anticyclingfunctie:
Anti-freeze functie:
Al deze parameters kunnen hoe dan ook door de gebruiker worden ingesteld, samen met vele andere. Er zijn vele andere
bedrijfswijzen en verdere opties mogelijk. Door middel van de diverse mogelijke instellingen en de beschikbaarheid van
configureerbare ingangs- en uitgangskanalen is het mogelijk de werking van de inverter aan te passen aan de eisen van
verschillende installaties.
Voor de bepaling van de parameters SP en RP heeft de druk waarbij het systeem start de volgende waarde:
Pstart = SP – RP
Het systeem functioneert niet als het gebruikspunt zich op een grotere hoogte bevindt dan het equivalent in meter-
waterkolom van Pstart (neem in aanmerking dat 1 bar = 10 mWk): voor de standaardconfiguratie geldt dat als het
gebruikspunt zich op minstens 25 m hoogte bevindt, het systeem niet start.
2.5 Vooraanzuiging
Bij iedere inschakeling controleert het systeem de eerste 10 seconden of er water aan perszijde aanwezig is.
Als er een waterstroom aan perszijde wordt gedetecteerd, wordt aangenomen dat de pomp gevuld is en begint het
normale bedrijf.
Als er daarentegen geen normale stroom aan perszijde wordt gedetecteerd, vraagt het systeem bevestiging om de
vooraanzuigprocedure te activeren en verschijnt de pop-up van de afbeelding:
Afbeelding 8: Geen lusaansluitingen maken
Afbeelding 9: Geen kabels aangesloten laten aan één uiteinde
Voorbeeld: 3.0 – 0.5 = 2.5 bar in de standaardconfiguratie
NEDERLANDS
SP = 3.0 bar
RP = 0.5 bar
Uitgeschakeld
Geactiveerd
213