5
1530
955
6
1270
800
7
1090
680
8
960
600
9
850
530
10
765
480
11
700
435
12
640
400
13
590
370
14
545
340
16
480
300
18
425
265
20
380
240
22
350
220
25
305
190
(Gegevens in omw/min)
Frezen
Het toerental kan als volgt berekend worden:
n=v/(πxd)
-1
n= toerental in min
v= snijsnelheid in m/min
d= gereedschapdiameter in mm
π= 3,14
Neem de waarden voor de snijsnelheden, evenals de
maximale snijdiepte uit de hieronder aangegeven lijst of een
tabellenboek.
Sneldraaistaal
Werkstof
Trek-
Snijdie
vasthei
pte
d
a (mm)
Alg.
0,5
bouwstaal,
500-
3
werktuigsta
700
10
al,
inzetstaal,
0,5
gegoten
700-
3
staal
900
10
0,5
900-
3
1100
10
-
1100-
-
1400
-
Automaten
700
0,5
staal
3
Gietijzer
0,5
met
200
3
koolstofgra
10
fiet
200-
0,5
400
3
Smeedbaa
0,5
r gietijzer
350
3
met zwarte
6
breuk
Smeedbaa
0,5
r gietijzer
350-
3
met witte
400
6
breuk
Aluminium-
0,5
legeringen
60-320
3
6
1340
5700
4800
1100
4800
4000
960
4100
3400
840
3600
3000
740
3200
2650
670
2860
2400
610
2600
2170
560
2400
2000
515
2200
1840
480
2000
1700
420
1800
1500
370
1600
1300
335
1400
1200
305
1300
1100
270
1150
950
Hardmetaal
Snij-
Snijdie
Snij-
Snelhe
pte a
snelheid
id
(mm)
(mm.min
v
)
(m/min
)
70-50
1
200-150
50-30
6
100-70
30-20
10
70-50
45-30
1
150-110
30-20
6
80-55
18-12
10
55-35
30-20
1
110-75
20-15
6
55-35
18-10
10
35-25
-
1
75-50
-
3
50-30
-
6
30-20
90-40
1
160-80
75-30
3
120-60
45-35
1
100-80
35-25
3
90-60
20-15
10
60-40
40-30
1
100-70
30-20
3
70-50
70-45
1
240-190
60-40
3
190-140
40-20
6
140-80
60-40
1
150-100
50-35
3
100-60
35-20
6
70-45
180-
0,5
700+
160
160-
3
600-400
140
140-
6
500-250
120
320-
440
440+
Koper-
200-
legeringen
400
400-
800
Het spannen van gereedschappen (afb. 3, 4, 6-8)
In de hoofdspil mogen uitsluitend gereedschappen,
spaninrichtingen of gereedschapopnamen met morseconus
MK3 en binnenschroefdraad M12 voor vormgesloten
bevestiging gebruikt worden. Reductiehulzen mogen niet
gebruikt worden.
Gereedschappen in de hoofdspil spannen en verwijderen
Spannen:
De machine uitschakelen en de netstekker uitnemen!
Spilafdekking (15) verwijderen. De uitwendige
gereedschapsconus (18) en spil (4) schoonmaken en ontvetten.
Nu de uitwendige conus (18) in de huls van de hoofdspil (4)
plaatsen. Let op: Om letsels te vermijden moet de freesbeitel
met een doekje aangepakt worden! Voor fixeren van de
hoofdspil de fixeerstift (17) zijdelings in de spilhuls insteken. De
trekstang (19) voor bevestiging van de uitwendige conus met
een steeksleutel (SW10) vastzetten. De trekstang moet met ca.
8 rotaties (in de richting van de klokwijzers) in de conusdoorn
geschroefd worden. Belangrijk: Borg het gereedschap of de
boorkop altijd met de trekstang om het zelfstandig loskomen
van het gereedschap uit te sluiten. De fixeerstift (17)
verwijderen. De spilafdekking (15) weer aanbrengen.
Verwijderen:
De machine uitschakelen en de netstekker uitnemen!
Spilafdekking (15) verwijderen. Voor het fixeren van de
hoofdspil de fixeerstift (17) zijdelings in de spilhuls insteken. De
trekstang met steeksleutel (SW 10) tegen de richting van de
klokwijzers in losmaken. De uitwendige conus (18) voorzichtig
door kloppen op de trekstang (19) met een rubberen hamer
losmaken en uit de spilhuls nemen. Om letsels te vermijden
moet de freesbeitel met een doekje aangepakt worden! De
spilafdekking (15) weer opzetten.
Bediening van de boorkop
In de boorkop (9) mogen enkel cilindrische gereedschappen in
de aangegeven maximale schachtdiameter gespannen worden.
Slechts perfecte en scherpe gereedschappen gebruiken. Geen
gereedschappen gebruiken die aan de schacht beschadigd zijn
of anderszins op een willekeurige wijze vervormd of beschadigd
zijn. Gebruik slechts accessoires of aanvullende apparaten die
door de producent toegestaan zijn. De schacht van het
gereedschap geheel in de boorkop (9) aanbrengen en met de
meegeleverde boorkopsleutel vastzetten. De sleutel voor de
boorkop weer uitnemen. Let op de juiste plaatsing van de
ingespannen gereedschappen.
Boorkopsleutel niet in de boorkop laten. Letselgevaar
door wegslingeren van de boorkopsleutel.
Spannen van de werkstukken
De werkstukken dienen altijd vast ingespannen te
worden. Dit is belangrijk voor de gebruiksveiligheid en
voor het werkresultaat. Indien het werkstuk niet vast is
gespannen, kan het door de aanzetkracht van de
freesbeitel uitgerukt en weggeslingerd worden.
Het beste is hiervoor een machineklem te gebruiken (niet in de
levering inbegrepen). Met behulp van spanschroeven en
gleufstenen kan de machineklem met een meetklok precies
parallel met de sledegeleidingen uitgericht worden.
37
1
140-
1
400-200
100
6
120-80
6
300-150
-
-
1
200-120
-
-
6
150-50
3
150-
3
450-350
100
6
120-70
6
350-250
3
100-55
3
400-300
6
55-35
6
30-200