FD450/ Translation of the original instructions
DE BENZINEMOTOR STARTEN
Duw de gashendel tot halverwege (fig. 3, ref. 8). Als de motor koud is, bedient u de gashendel van de starter
(fig.3, ref. 9). Draai aan de contactsleutel op het instrumentenbord (fig.4 , ref. 15); zodra de motor start laat u
de sleutel weer los, ontkoppel de starter en wacht enkele minuten zodat de motor kan warm draaien.
BEGINNEN TE WERKEN
Laat de motor voldoende op toeren komen, schakel de PTO-knop in (fig.2, nr.3). Regel de
maaihoogte met behulp van de knop nr. 4 (fig.2). De knop (fig. 5 ref. 11) dient om het maaidek op
te tillen. Tijdens het werken moet die in positie float (zwevend) worden gehouden.
Aandacht: De maaimessen niet inschakelen terwijl de motor op maximaal toerental draait. De motor moet
op halve snelheid draaien. Schakel de maaimessen, enkele meters voor u in het af te rijden gras gaat rijden,
in en rijd de machine traag vooruit.
INSCHAKELING VAN DE VERLICHTING
Om de verlichting in te schakelen, zet u de contactsleutel in de tweede positie (fig.4, ref. B).
BELANGRIJK: het is noodzakelijk om de verlichting alleen te gebruiken wanneer de motor gestart is,
om te vermijden dat de accu leeg raakt.
BELANGRIJK
1) Regel de rijsnelheid zodat het maaidek tijdens het werken niet wordt overbelast en maai met de
motor op maximaal toerental.
2) Maai altijd met scherpe maaimessen.
Wanneer ze versleten zijn, moet u ze slijpen of vervangen, naargelang de noodwendigheden.
Bedien het pedaal voor voorselectie van de snelheid (fig.1, ref.1) voorzichtig en begin te werken.
Wanneer u het pedaal in de stand (A) drukt, rijdt de machine vooruit, op het punt (B) gaat de
machine achteruit rijden. Wanneer u het pedaal loslaat, valt de machine stil. De hendel (fig.3, rif.7)
is de parkeerrem, in de stand (P) is die ingeschakeld. Wanneer de bak vol is, worden de
maaimessen automatisch uitgeschakeld. In de grasopvangbak zit een sensor die de rotatie van de
maaimessen automatisch onderbreekt wanneer de bak vol is (fig.38). U dient de bak daarom eerst
leeg te maken. Dit gebeurt door van op de stuurplaats de knoppen te bedienen (fig.5, ref.12 om op
te tillen en ref.13 om leeg te maken). De grote klep gaat automatisch open. U dient het rooster dat
in de bak zit schoon te houden om een goede opvang te bevorderen en verstopping te vermijden
(fig. 7). In de zomer en in stoffige omgevingen is het aanbevolen om in de bak de meegeleverde
plastic bescherming (fig.7A) te monteren met behulp van de schroeven en de borgringen die
eveneens bij de machine zitten.
SLUITING BAK
U kunt de bak inspecteren met behulp van de haak van het deksel (fig.8, ref.A): de sluiting is
verstelbaar (fig.8, ref.B). Het openen gebeurt automatisch wanneer u de knop vanuit de stuurplaats
gebruikt. Plaats de stang (fig.7, ref.A) wanneer u het deksel van de bak wenst open te houden voor
de inspectie.
Aandacht: de maaimessen niet inschakelen wanneer het deksel geopend is!
NUTTIGE TIPS VOOR EEN GOED GEBRUIK
1. Controleer het terrein vooraleer te beginnen met maaien: er mogen geen keien, stokken of
vreemde voorwerpen aanwezig zijn.
2. Houd de motor op maximaal toerental tijdens het maaien, regel de snelheid op basis van de
hoogte van het gras. Let op wanneer u hoog, dicht gras tegenkomt, vertraag indien nodig.
3. Slijp de maaimessen van de grasmaaier regelmatig; het maaien wordt hierdoor beter en de
motor wordt minder belast.
4. Schakel de maaimessen enkele meters voor u in het af te rijden gras gaat rijden in.
5. Maai altijd met de motor op maximaal toerental; als de toeren van de motor verminderen, moet u
een ogenblikje vertragen, zodat de motor weer op het juiste toerental kan komen.
6. Gras maaien in de lengte afgewisseld met dwars maaien, uitgevoerd op een constante hoogte,
zorgt dat het grasveld er beter uitziet.
7. Als de afvoer dreigt te verstoppen met gras, doet u er goed aan om de rijsnelheid te
verminderen. Het is immers mogelijk dat de snelheid te groot is in functie van de toestand van het
grasveld. Als het probleem niet verdwijnt, is het mogelijk dat de maaimessen niet goed geslepen
81