Télécharger Imprimer la page

Werking; Mixen Van De Aangesloten Geluidsbronnen; Voorafluistering Van De Kanalen; Pre-Escucha De Auricular - IMG STAGELINE PMX-600 Mode D'emploi

Publicité

6 Werking

Plaats de versterkerregelaars (33), de masterrege-
laars (21) evenals de Aux 1- en Aux 2-masterrege-
laars (22) en (24) in de minimumstand, alvorens het
mengpaneel in te schakelen. Zo vermijdt u luide in-
schakelploppen. Schakel vervolgens het mengpa-
neel PMX-600 in met de in/uit-schakelaar (41). De
groene LED "ON" naast de schakelaar licht ter con-
trole op. Bij de ingangskanalen met een signaalspan-
ning aan de ingang licht de groene LED "SGN" (16)
op.

6.1 Mixen van de aangesloten geluidsbronnen

Plaats alle volumeregelaars GAIN (6), toonregelaars
(8), (10) en (11) evenals de schuifregelaars van de
grafische equalizer (37) in de middelste stand, alvor-
ens het mengpaneel een eerste keer in gebruik te
nemen.
1) Druk op de PHANTOM-toets (42), indien u con-
densatormicrofoons gebruikt met fantoomvoe-
ding: een fantoomvoeding van +48 V wordt op alle
microfooningangen (1) voorzien. Ter controle licht
de groene LED "+48 V" onder de toets op.
OPGELET! Bij de verbinding met de fantoomvoe-
ding mogen geen ongebalanceerde microfoons
op de microfooningangen aangesloten zijn, omdat
deze onherroepelijk beschadigd kunnen worden.
2) Met de versterkerregelaar LEVEL (33) wordt het
uitgangsniveau van de PMX-600 ingesteld. Plaats
2
de regelaar in ongeveer
/
3
waarde (stand U), zodat de instellingen van het
mengpaneel goed gehoord kunnen worden. Bij
oversturing van de versterker lichten de rode
LED's "CLIP" (15) op: LEFT voor het linker kanaal
en RIGHT voor het rechter kanaal. In geval van
oversturing dient u de regelaar (33) overeenkom-
stig terug te draaien.
3) Met de linker (LEFT) en de rechter (RIGHT) mas-
terregelaar (21) kan het totale volume van het ste-
reo-mastersignaal ingesteld worden. Plaats de
masterregelaars voor de niveau-instelling van de
aangesloten apparatuur in ongeveer
maximumwaarde (stand U). Wanneer de PFL-
tros Master a
2
/
aprox. del máximo (posición U);
3
si la tecla PFL (18) no está pulsada, el VU-metro
(48) indica el nivel del Master estéreo.
4) Regular el nivel de los canales de entrada con los
potenciómetros (19). Deben posicionarse a
aprox. del máximo (posición U) de manera que se
pueda efectuar un fundido; toda sobrecarga está
señalada por el diodo CLIP (17) de canal corre-
spondiente [cuando la tecla PFL (18) no está
pulsada].
Cuando los potenciómetros están al máximo,
regular el nivel de señal de entrada girando el po-
tenciómetro GAIN (6) correspondiente. Si están al
mínimo o en caso de sobrecarga, girar el poten-
ciómetro GAIN hacia el sentido contrario y/o
pulsar el conmutador PAD (5). En este último
caso, el nivel de entrada del canal correspon-
diente disminuye de 30 dB.
5) Para limitar las señales baja-frecuencia (p. ej.
ruido de paso), pulsar la tecla (7) del canal corres-
pondiente; las frecuencia inferiores a 100 Hz se
atenuan de 12 dB/Oct.
6) Utilizar los potenciómetros [(8)–(11)] para regular
la tonalidad de cada canal de entrada (disminución
o aumentación de 15 dB máximo): potenciómetro
(8) para agudos; potenciómetro (10) los medios;
potenciómetro (11) los graves. Si los potencióme-
tros están en posición media (posición U), no hay
ninguna modificación de las frecuencias.
Las frecuencias de filtro de los agudos y gra-
ves están fijados para todos los canales de en-
trada: 12 kHz para los agudos y 80 Hz para los
graves; para los canales estéreo 9/10 y 11/12, el
reglaje de medios a una frecuencia de corte fija
(2,5 kHz); para los canales 1–8, la frecuencia de
corte, es regulable sin escalones para los medios
con el potenciómetro (9) (150 Hz–7 kHz).
7) Los reglajes de panorámica (15) permiten repartir
las señales mono de los canales 1–8 en el Master
Estéreo.
Utilizar los potenciómetros de balance (20)
para regular el balance de los canales estéreo
9/10 y 11/12. Es posible conmutar los canales
toets (18) niet ingedrukt is, geeft de VU-meter (48)
het niveau van het mastersignaal aan.
4) Stel met behulp van de schuifregelaars (19) het
niveau van de ingangskanalen in. De schuifrege-
laars zouden zich na de niveauregeling in onge-
veer
2
/
3
ten bevinden. Zo is er voor het bij- en wegmixen
nog voldoende regelruimte beschikbaar. Het
oplichten van de CLIP-LED (17) geeft oversturin-
gen van de overeenkomstige kanaalregelaar aan
[wanneer de PFL-toets (18) niet ingedrukt is].
Herstel bij zeer ver opengeschoven schuifre-
gelaars het niveau van het ingangssignaal door
de overeenkomstige GAIN-regelaar (6) open te
draaien. Bij nauwelijks opengeschoven schuifre-
gelaars resp. bij oversturing van de GAIN-rege-
laar dient u de volumeregelaar terug te draaien
en/of op de PAD-toets (5) te drukken. Bij inge-
drukte PAD-toets wordt het ingangsniveau van
het betreffende kanaal met 30 dB gedempt.
5) Druk op de toets (7) van het overeenkomstige ka-
naal om geluidssignalen met lage frequenties
zoals contactgeluiden te onderdrukken: Wanneer
de toets ingedrukt is, worden alle frequenties
onder 100 Hz gedempt (12 dB/octaaf).
6) Regel met behulp van de equalizers (8), (10) en
(11) de gewenste geluidsweergave voor elk in-
gangskanaal. Met de regelaar voor de hoge tonen
(8), de middentonen (10) en de lage tonen (11)
van de maximum-
kunnen de lage, middelste en hoge frequenties tot
15 dB versterkt of gedempt worden. Wanneer de
regelaars zich in de middelste stand (stand U) be-
vinden, wordt de frequentie niet veranderd.
De filterfrequenties voor de regeling van de
hoge en lage tonen zijn voor alle ingangskanalen
vastgelegd: 12 kHz voor het hogetonenbereik en
80 Hz voor het lagetonenbereik. Bij de stereo-ka-
nalen 9/10 en 11/12 heeft ook de regelaar voor
het middentonenbereik een vaste filterfrequentie,
nl. 2,5 kHz. Voor de kanalen 1 tot 8 kan de filter-
frequentie voor het middentonenbereik traploos
2
/
van de
ingesteld worden (150 Hz–7 kHz) met behulp van
3
de regelaar (9).
estéreo con los conmutadores (4) también a
modo mono. En modo mono, el nivel de cada
canal puede aumentar de 6 dB. El potenciómetro
de balance del canal funciona en este caso como
reglaje de panorámica.
2
/
3
8) El ecualizador gráfico 7 bandas (37) se utiliza pa-
ra la corrección de la respuesta en frecuencia de
señal Master estéreo. Permite adaptar la música
a la acústica de la pieza. Las 7 bandas de frecu-
encia pueden aumentar o disminuir hasta 12 dB;
en posición media (posición 0), la respuesta en
frecuencia no es modificada.
9) Si otra fuente Line está conectada a la entrada
TAPE IN (46), el nivel de entrada de este aparato
puede regularse con uno de los potenciómetros
(36) en la medida donde ninguna de las dos
tomas STEREO RETURN 1 y 2 (47) no esté
conectada (ver capítulo 1 "Elementos y conexio-
nes", punto 36).

6.2 Pre-escucha de auricular

La función PFL pre-escucha (PFL = pre-fader listen-
ing) permite escuchar en un auricular conectado a la
toma (27) cada canal de entrada; el nivel de señal
escuchado es independiente de la posición del po-
tenciómetro correspondiente (19). Ello permite un
reglaje óptimo de los potenciómetros GAIN cuando
se adapta el nivel. En otro caso, se puede también
seleccionar el momento preciso donde se desee
efectuar un fundido.
1) Para una pre-escucha de un canal de entrada,
pulsar la tecla PFL (18) del canal; el diodo rojo
CLIP (17) del canal se ilumina y sirve de testigo
de funcionamiento.
2) El VU-metro (48) indica, cuando la tecla PFL está
pulsada, el nivel de pre-escucha del canal selec-
cionado.
3) Regular el volumen del auricular con el potenció-
metro PHONES (30).
ATENCIÓN: no regular nunca el volumen del au-
ricular muy fuerte, los volúmenes elevados pue-
den causar problemas en la audición. La oreja
van de maximumwaarde (stand U) moe-
7) Met de panoramaregelaars (15) kunnen de mono-
signalen van de kanalen 1 tot 8 aan het stereo-
mastersignaal toegevoegd worden.
Stel met behulp van de balansregelaars (20)
de balans in voor de stereo-kanalen 9/10 en
11/12. De stereo-kanalen kunnen met de toetsen
(4) ook monogeschakeld worden. In monowerking
wordt het niveau van het betreffende kanaal met
6 dB versterkt. De balansregelaar van het kanaal
functioneert in dit geval als een panoramarege-
laar.
8) De 7-bands grafische equalizer (37) wordt ge-
bruikt om het stereo-mastersignaal te egaliseren.
Met equalizer kan de muziekinstallatie optimaal
aan de akoestiek van elke ruimte aangepast wor-
den. De 7 vastgelegde frequentiebanden kunnen
met behulp van de overeenkomstige schuifrege-
laar tot 12 dB versterkt of gedempt worden. Wan-
neer de regelaars zich in de middelste stand be-
vinden (stand 0), wordt de frequentiecurve niet
veranderd.
9) Wanneer een bijkomende bron met lijnniveau op
de ingang TAPE IN (46) aangesloten is, kan het
ingangsniveau van dit toestel met één van beide
regelaars (46) ingesteld worden, inzoverre niet
beide jacks STEREO RETURN 1 en 2 (47) in ge-
bruik zijn. (Raadpleeg hiervoor hoofdstuk 1 "Over-
zicht van de bedieningselementen en aansluitin-
gen", punt 36).

6.2 Voorafluistering van de kanalen

Met behulp van de voorafluisteringsfunctie (PFL =
pre-fader listening) kan elk ingangskanaal voorbelui-
sterd worden via een hoofdtelefoon die op jack (27)
aangesloten is. Het niveau van het voorbeluisterde
signaal is onafhankelijk van de positie van de schuif-
regelaars (19) van het betreffende kanaal. Met de
PFL-functie kan de optimale stand van de regelaars
GAIN tijdens de niveauregeling bepaald worden. Bo-
vendien kunt u via de voorafluistering van een in-
gangskanaal het gunstigste moment selecteren,
waarop een bepaalde geluidsbron toegevoegd
wordt.
humana se habitua a volúmenes fuertes y puede
luego, no precibirlos como tales. Recomendamos
entonces no modificar el volumen una vez esté
regulado.
6.3 Desacoplo de señales vía las vías Aux 1 y
Aux 2
Es posible tomar las señales de cada canal de en-
trada a la mesa de mezclas vía las salidas AUX
SEND 1 y 2 (44) y dirigirlas hacia otro aparato de en-
trada Line.
6.3.1 Vía Aux 1
Las señales presentes en la vía Aux 1 son tomadas
en la toma AUX SEND 1; la vía Aux 1 es una vía
post-fader, las señales son tomadas detrás de los fa-
ders de los canales (19); las vías post-fader son uti-
lizadas en preferencia como vía de efectos.
1) Regular para el canal de entrada deseado con el
potenciómetro AUX 1 (13), el nivel en que el señal
debe ponerse en la vía Aux 1 [La tecla DSP (12)
no debe estar pulsada!]
2) Regular con el potenciómetro AUX 1 SEND (22)
de la vía Aux 1 el nivel de señal global que debe
dirigirse hacia la salida AUX SEND 1 (44).
6.3.2 Vía Aux 2
Las señales presentes en la vía Aux 2 son tomadas
a la toma AUX SEND 2; la vía Aux 2 puede conmu-
tarse en modo pre-fader o post-fader. En modo pre-
fader, las señales son tomadas antes de los faders
(19), en modo post-faders, después los faders. Las
vías pre-fader pueden utilizarse como vía monitor o
vía de efecto, las vías post-fader se utilizan en prefe-
rencia como vía de efectos.
1) Regular con el potenciómetro AUX 2 (14) para el
canal deseado, el nivel en el que la señal debe
estar presente en la vía Aux 2.
2) Seleccionar el modo: pre-fader o post-fader con la
tecla PRE (23):
Tecla no pulsada: modo post-fader
Tecla pulsada:
modo pre-fader
NL
B
E
23

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

20.0950