Wilo VeroLine-IP-E Série Notice De Montage Et De Mise En Service page 195

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Voorbereiding/aanwijzingen
Afb. 22: Kabelschroefverbinding M25
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-VeroLine-IP-E, VeroTwin-DP-E
• De elektrische aansluiting moet via een vast geplaatste netaansluit-
1
leiding plaatsvinden (aan te houden doorsnede zie onderstaande
tabel) die met een stekker of met een meerpolige schakelaar van
minimaal 3 mm contactopening is voorzien. Als flexibele kabels wor-
den gebruikt, moeten deze voorzien zijn van adereindhulzen.
• De netaansluitleiding moet door de kabelschroefverbinding M25
(afb. 22, pos. 1) geleid worden.
Vermogen P
[kW]
0,55 - 4
OPMERKING:
De juiste aandraaimomenten voor de klemschroeven vindt u in de lijst
"Tab. 9: Aanhaalmomenten schroeven" op pagina 213. Uitsluitend
een gekalibreerde draaimomentsleutel gebruiken.
• Om de EMC-normen na te leven, moeten de volgende kabels worden
afgeschermd:
• Verschildruksensor (DDG) (indien lokaal geïnstalleerd)
• In2 (gewenste waarde)
• Dubbelpomp- (DP-)communicatie (bij kabellengten > 1 m);
(klem "MP")
Polariteit in acht nemen:
MA = L => SL = L
MA = H => SL = H
• Ext. off
• AUX
• Communicatiekabel IF-module
De afscherming moet aan beide kanten, aan de EMC-kabelklemmen
in de elektronicamodule en aan het andere einde, worden aange-
bracht. De leidingen voor SBM en SSM hoeven niet afgeschermd te
worden.
In de elektronicamodule wordt de afscherming in de klemmenkast
aangesloten op de aardrails.
• Voor een goede druipwaterbescherming en trekontlasting van de
kabelschroefverbinding, kabels gebruiken met voldoende buitendia-
meter en deze stevig vastschroeven. Bovendien moeten de kabels die
zich in de buurt van de kabelschroefverbinding bevinden in een
afvoerlus worden gebogen om het druipwater te laten afvloeien. Door
correct positioneren van de kabelschroefverbinding en door correct
leggen van de kabel moet worden gewaarborgd dat er geen druipwa-
ter in de elektronicamodule kan lopen. Kabelschroefverbindingen die
niet bezet zijn, moeten met de door de fabrikant geleverde stop wor-
den afgesloten.
• De aansluitleiding dient zodanig gelegd te worden dat in geen geval
contact gemaakt wordt met de leiding en/of het pomp- en motorhuis.
• Bij toepassing van de pompen in installaties met watertemperaturen
boven 90 °C moet een voldoende warmtebestendige netaansluitlei-
ding worden gebruikt.
• Deze pomp heeft een frequentieomvormer en mag niet met een lek-
stroom-veiligheidsschakelaar worden beveiligd. Frequentieomvor-
mers kunnen de werking van lekstroom-veiligheidsschakelingen
beperken.
Uitzondering: lekstroom-veiligheidsschakelaars in selectieve
alstroomgevoelige uitvoering van het type B zijn toegestaan.
• Aanduiding:
• Uitschakelstroom:
• Stroomtype en spanning van de netaansluiting controleren.
Kabeldoorsnede
N
2
[mm
]
1,5 - 4,0
FI
> 30 mA
Nederlands
PE
2
[mm
]
2,5 - 4,0
189

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières