6.3.1 Bedrijfssituaties
Hoofd-/reservebedrijf
Parallel bedrijf
H
H
max
H
s
s
H
min
Afb. 14: Regeling Δp-c (parallel bedrijf)
H
H
H
max
H
s
H
min
Afb. 15: Regeling Δp-v (parallel bedrijf)
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-VeroLine-IP-E, VeroTwin-DP-E
• Bij dubbelpompen moet in principe alleen de master-pomp met een
IF-module uitgerust worden.
• Bij pompen met gebruik van Y-leiding waarbij de elektronicamodules
met elkaar zijn verbonden via de interne interface, hebben de master-
pompen ook alleen een IF-module nodig.
Communicatie
PLR/interfaceconverter
LONWORKS-netwerk
BACnet
Modbus
CAN-bus
Tab. 2: IF-modules
AANWIJZING:
De procedure en verdere toelichtingen bij de inbedrijfname alsmede
configuratie van de IF-module van de pomp vindt u in de Inbouw- en
bedieningsvoorschriften van de toegepaste IF-module.
Allebei de pompen leveren de nominale capaciteit. De andere pomp
staat gereed voor een eventuele storing of draait na een pompwisse-
ling. Er draait altijd slechts één pomp (zie afb. 10, 11 en 12).
In het deellastbereik wordt het hydraulische vermogen eerst door één
pomp geleverd. De tweede pomp wordt met een optimaal rendement
bijgeschakeld, d.w.z. zodra de som van de opgenomen vermogens P
van beide pompen in het deellastbereik lager is dan het opgenomen
vermogen P
1
omhoog geregeld tot aan het max. toerental (afb. 14 en 15).
In het regelbedrijf draaien beide pompen altijd synchroon.
Parallel bedrijf met twee pompen is alleen met twee identieke pom-
pen mogelijk.
Q
Vergelijk hoofdstuk 6.4 "Overige functies" op pagina 182.
Q
Q
master-pomp
IF-module PLR
IF-module LON
IF-module BACnet Geen IF-module
IF-module Modbus Geen IF-module
IF-module CAN
van één pomp. Beide pompen worden dan synchroon
Nederlands
slave-pomp
Geen IF-module
vereist
Geen IF-module
vereist
vereist
vereist
Geen IF-module
vereist
1
179