Bedieningsmogelijkheden op de
slave-pomp
6.3.3 Bedrijf bij onderbreking van de
communicatie
Gedrag van de slave-pomp
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-VeroLine-IP-E, VeroTwin-DP-E
OPMERKING:
"Stand-by" betekent: de pomp kan draaien, er is geen fout opgetreden.
"Bedrijf" betekent:
motor draait.
"Net-aan" betekent:
netspanning is aanwezig.
• Voor de enkelbedrijfsmelding moet het contact aan elke pomp wor-
den toegewezen.
Op de slave kunnen behalve "Extern Off" en "Pomp blokkeren/vrijge-
ven" geen andere instellingen worden ingesteld.
OPMERKING:
Als bij een dubbelpomp een enkele motor spanningsvrij wordt gescha-
keld, dan is het geïntegreerde dubbelpompmanagement zonder functie.
Bij een onderbreking van de communicatie tussen twee pompkoppen
in dubbelpompbedrijf geven beide displays de foutcode "E052" weer.
Gedurende de onderbreking gedragen beide pompen zich als afzon-
derlijke pompen.
• Beide elektronicamodules melden de storing via het ESM/SSM-contact.
• De slave-pomp draait in noodbedrijf (regelbedrijf) volgens het eerder
ingestelde noodtoerental op de master (zie menu punten <5.6.2.0>).
De fabrieksinstelling van het noodtoerental is ongeveer 60% van het
maximale toerental van de pomp.
Bij 2-polige pompen: n = 1850 1/min.
• Nadat de foutweergave is bevestigd, verschijnt de statusweergave
gedurende de onderbreking in de communicatie op beide pompdis-
plays. Hierdoor wordt tevens het ESM/SSM-contact gereset.
• Op het display van de slave-pomp wordt het symbool (
draait in noodbedrijf) knipperend weergegeven.
• De (voormalige) master-pomp blijft verantwoordelijk voor de regeling.
De (voormalige) slave-pomp houdt zich aan de instellingen voor het
noodbedrijf. Het noodbedrijf kan alleen verlaten worden door het active-
ren van de fabrieksinstelling, het verhelpen van de onderbreking in de
communicatie of door de netvoeding uit en weer in te schakelen.
OPMERKING:
Tijdens de onderbreking in de communicatie kan de (voormalige) slave-
pomp niet in het regelbedrijf draaien, omdat de verschildruksensor op de
master is aangesloten. Wanneer de slave-pomp in het noodbedrijf draait
kunnen er geen wijzigingen worden aangebracht aan de module.
• Nadat de onderbreking in de communicatie is verholpen, hervatten de
pompen het normale dubbelpompbedrijf zoals voor de storing.
Noodbedrijf op de slave-pomp verlaten:
• Fabrieksinstelling activeren
Wanneer tijdens de onderbreking in communicatie op de (voormalige)
slave het noodbedrijf door activeren van de fabrieksinstelling wordt
verlaten, start de (voormalige) slave met de fabrieksinstellingen van
een enkelpomp. Deze draait dan in de bedrijfssituatie Δp-c met onge-
veer de helft van de maximale opvoerhoogte.
OPMERKING:
Als er geen sensorsignaal is, draait de (voormalige) slave met maxi-
maal toerental. Om dit te voorkomen, kan het signaal van de verschil-
druksensor van de (voormalige) master worden doorgestuurd. Het
bestaande sensorsignaal op de slave heeft in het normale bedrijf van
de dubbelpomp geen effect.
• Netvoeding uit- en inschakelen
Wanneer tijdens de onderbreking in de communicatie op de (voorma-
lige) slave het noodbedrijf door het uit- en inschakelen van de net-
voeding wordt verlaten, start de (voormalige) slave met de laatste
instellingen die deze eerder van de master voor het noodbedrijf heeft
ontvangen (bijvoorbeeld regelbedrijf met ingesteld toerental of off).
Nederlands
– pomp
181