MIRKA MR 3 Mode D'emploi page 130

Montage van de behuizing:
1. Druk de (28) mof in de (29) behuizing, op één lijn met de
zijkant van de (25) regelhendel aan de bovenkant. Monteer
de regelhendel in de behuizing met de (26) veerpen.
2. Vet de (31) O-ring licht in en plaats deze op de (32) toeren-
talregeling. Monteer de (30) klepsteel en O-ring (schoonge-
maakt en licht ingevet) en plaats de toerentalregeling in
de (29) behuizing, in de middelste positie. Monteer de (33)
bevestigingsring. Let op: Zorg ervoor dat de bevestigingsring
volledig in de groef van de motorbehuizing is geklikt.
3. Monteer (41) zitting, (42) klep en (43) klepveer. Breng op
het schroefdraad van de (44) mofinrichting een laagje aan
van 1 of 2 druppels Loctite™ 222 of een gelijkwaardig niet-
permanent afdichtingsproduct voor schroefdraad in leidingen.
Schroef de mofassemblage in de inlaatpoort van de (29)
behuizing. Handvast aandraaien. Ga voor de koppelinstel-
lingen naar de paragraaf "Onderdelenpagina".
4. Voor NV- en CV-machines volgt u de stappen in paragraaf I
hieronder. Voor DB-machines volgt u de stappen in paragraaf
III.
I. Deze paragraaf is van toepassing op CV en NV.
A) Breng een schone (39) geluiddemper aan, helemaal in de
kamer van de (40) geluiddemperbehuizing. Druk de (38)
geluiddemper in het boorgat van de geluiddemperbehuizing.
B) Schroef de (40) geluiddemperbehuizing in de (29) behuizing.
Handvast aandraaien. Gebruik een gecombineerde dop-/
momentsleutel om de geluiddemperbehuizing op het juiste
koppel te brengen. Zie "Onderdelenpagina voor de kop-
pelinstellingen. Voor NV-machines gaat u verder met C. Voor
CV-machines gaat u verder met paragraaf II.
C) Monteer de (34) 77 mm (3 in) NV-kap op de (29) behuizing.
Hiervoor brengt u de kap aan over en rond de onderkant van
de behuizingsflenzen. Zorg ervoor dat de uitlijngroeven van
de behuizing en de lipjes van de kap goed in elkaar grijpen.
Ga verder naar de paragraaf "Montage van spindellagers,
AirSHIELD™ en asstabilisator".
II Vervolg van paragraaf I voor machines met CV-uitlaat:
A) Monteer de (35) 77 mm (3 in) SuperVAC™ CV-kap op de
(29) behuizing. Hiervoor brengt u de kap aan over en rond
de onderkant van de behuizingsflenzen. Zorg ervoor dat de
uitlijngroeven (van de behuizing) en de lipjes (van de kap)
goed in elkaar grijpen.
Bovenkant drukger-
eedschap
(MPA0210)
Onderkant drukger-
eedschap
(MPA0209)
Lager
(20)
Vulring
(21)
Stofafdichting
(63)
Sluitring
(22)
Spindel
(24)
Figuur 1
B) Schuif de inlaatzijde van de (55) SuperVAC™ CV Ø 19
mm (¾ in) warteluitlaatassemblage (standaard) of de (56)
SuperVAC ™ CV Ø 28 mm (1 in) warteluitlaatassemblage
(optioneel) in de uitlaatpoort van de (35) 77 mm (3 in) Super-
VAC™ CV-kap tot deze tegen de aanslag op de SuperVAC™
CV warteluitlaatassemblage aankomt. Zorg ervoor dat de
spie op de steun van de SuperVAC™ CV warteluitlaatas-
semblage in lijn is met de spiebaan van de behuizing en daar
goed ingrijpt.
C) Plaats de (58) sluitring over de (59) schroef. Breng de schroef
aan in het bevestigingsgat van de (55) SuperVAC™ CV Ø 19
mm (¾ in) warteluitlaatassemblage of de (56) SuperVAC ™
CV Ø 28 mm (1 in) warteluitlaatassemblage (optioneel) en
de (29) behuizing tot het uiteinde van de schroef op één lijn
ligt met het binnenoppervlak van de behuizing. Plaats de (57)
moer in de holte van de behuizing en draai de schroef vast in
de moer. Ga verder naar de paragraaf "Montage van spindel,
AirSHIELD™ en asstabilisator".
III. Voor machines met DB-uitlaat:
A) Monteer de (35) 77 mm (3 in) SuperVAC™ kap op de (29)
behuizing. Hiervoor brengt u de kap aan over en rond de
onderkant van de behuizingsflenzen. Zorg ervoor dat de uitli-
jngroeven (van de behuizing) en de lipjes (van de kap) goed
in elkaar grijpen. Schuif de (54) SuperVAC™ adapterfitting
van de DB-uitlaat in de uitlaat van de zuigkap.
B) Smeer de twee (45) O-ringen licht in en breng deze aan in de
twee groeven in de (46) DB-tegenhouder.
C) Breng de (46) DB-tegenhouder aan in de bevestigingsgat van
de (47) Ø 28 mm (1 in) DB-warteluitlaatassemblage voor de
slang (optioneel) of de (49) Ø 19 mm (¾ in) DB-warteluitlaa-
tassemblage voor de slang (standaard).
D) Schuif de (47 of 49) warteluitlaatassemblage in de (54) Su-
perVAC™ adapterfitting van de DB-uitlaat terwijl u tegelijkerti-
jd de (46) DB-tegenhouderassemblage in de (29) uitlaatpoort
van de schuurmachinebehuizing aanbrengt. Schroef de DB-
tegenhouder in de van schroefdraad voorziene uitlaatpoort
van de behuizing met een (MPA0849) 8 mm inbussleutel. Zie
"Onderdelenpagina" voor de koppelinstellingen.
Figuur 2
127
Lager
(18)
Vulstuk
(18)
Figuur 3