3. Doe de tweede meting. In de onderste rij verschijnt het verschil
tussen beide meetwaarden. De laatst gemeten waarde staat in de
rij direct boven het verschil.
4. Herhaal het hierboven beschrevene om verdere meetwaarden van
elkaar af te trekken.
14. Continue meting
1. Houd de toets ON/DIST (C) ongeveer twee seconden ingedrukt om
over te schakelen naar de modus voor continue meting.
2. De doellaser (B) wordt geactiveerd. De afstand wordt nu continu
gemeten.
3. Op het beeldscherm worden de maximale, de minimale en de laatst
geregistreerde meetwaarde van de meetcyclus getoond.
104
1 2
2.387 m
2.000 m
0.387
1 2
4.000 m
min
5.000 m
max
4.500
1 2
m m
1 2
m m