7. De batterijen plaatsen / vervangen
1. Open het batterijvak aan de achterkant.
2. Plaats twee AAA-batterijen in het vak en let er daarbij op dat u de
batterijen plaatst overeenkomstig de polariteitsaanduidingen in het
batterijvak.
3. Sluit het batterijvak weer.
Vervang de batterijen wanneer op het beeldscherm de
foutcode ERR06 verschijnt of zodra alle segmenten van
de batterij-indicator (3) leeg zijn.
8. Het apparaat aan-/uitzetten
1. Druk op de toets ON/DIST (C) om het apparaat aan te zetten. Op het
beeldscherm verschijnt de volgende aanduiding:
2. Druk opnieuw op de toets ON/DIST om de doellaser (B) te activeren.
Op het beeldscherm verschijnen de laserindicator (9) en de indicator
voor de signaalsterkte (1).
100
X
Y
-1. 1
45. 1
m m
X
Y
-1. 1
45. 1
m m