Inbedrijfstelling
5.2
Montage bij reeds gemonteerde inbouwflens
Fig. 43:
Montage motor
1
Ribbelslang
2
Buisschroefverbinding
3
Buis
1. Leid de kabels door de buis van de inbouwflens (4) naar de binnenkant van de
boot.
2. Leid de buis van de pyloon door de buis van de inbouwflens.
1
2
3
4
5
6
4
Inbouwflens
5
M10x35 schroeven
6
Afsluitdoppen
O P M E R K I NG
Let erop dat de afdichtingsvlakken bij de buis van de pyloon, bij de
inbouwflens en de O-ringen bij de buis van de pyloon schoon, onbeschadigd
en goed ingevet blijven (bijv. met Klüber Unisilikon TK M 1012).
3. Borg de M10x35 schroeven (5) met een schroefborging (bijv. Loctite 248).
4. Draai de drie M10x35 schroeven (5) (37 +/- 3 Nm) vast.
5. Verzegel de schroefgaten met de meegeleverde afsluitdoppen (6) om corrosie te
voorkomen.
6. Duw de afsluitdoppen (6) naar binnen toe tot de samengedrukte lucht ontsnapt.
7. Breng schroefdraadafdichtmiddel aan op de schroefdraad van de
buisschroefverbinding (2) (bijv. Loctite 577).
8. Draai de ribbelslang op de buisschroefverbinding (2) (max. 60 +/- 6 Nm).
O P M E R K I NG
De drie O-ringen en het oppervlak waarop deze liggen, alsmede de twee O-
ringen binnen in de buisschroefverbinding moeten onbeschadigd, schoon en
goed ingevet zijn (bijv. met Klüber Unisilikon TK M 1012).
9. Draai de schroefverbinding van de slang zo ver door dat de afdichtring tegen de
buisschroefverbinding (2) ligt.
10. Draai schroefverbinding van de slang opnieuw een kwartslag tot een halve slag
tot deze stevig op de buisschroefverbinding (2) zit.
11. Verbind de aansluitingen met de elektronicabox, zie hoofdstuk 5.3, "Montage
elektronicabox".
NL
FR
pagina 79 / 120