Inbedrijfstelling
2
Fig. 42:
Montage motor
1
M10 moeren zelfborgend
2
Ringen
3
Buis
O PM E R KI NG
Pas indien nodig het adapterblok aan de romp van de boot aan.
1. Boor vier gaten voor de montage van de pod in de romp van de boot, zie
"Fig. 41: Afmetingen". Gebruik het aangepaste adapterblok als boorsjabloon
indien nodig.
1
3
4
5
4
Adapterblok
5
Inbouwflens
De drie kleine boorgaten moeten een diameter van ca. 11 mm hebben. Het
grote boorgat moet een diameter van ca. 60 tot 65 mm hebben.
De drie O-ringen tussen inbouwflens en adapterblok moeten onbeschadigd
en goed ingevet zijn (bijv. met Klüber Unisilkon TK M 1012).
2. Steek het adapterblok (4) op de inbouwflens (5).
O P M E R K I NG
Let erop dat de bewerkte zijde van het adapterblok naar boven gericht is.
O P M E R K I NG
Mocht vanwege een te grote helling/kromming van de romp van de
boot één adapterblok niet afdoende zijn, adviseren wij om een tweede
adapterblok toe te voegen.
3. Leid de kabel, de buis (3) en de M10 schroefdraadstangen door de bijbehorende
boorgaten in de romp van de boot naar binnen.
4. Dicht de boorgaten af met waterresistent afdichtingsmiddel tegen de romp
van de boot (bijv. Sikaflex® 291i of gelijkwaardig). Om de best mogelijke
afdichting te waarborgen, kan bovendien het oppervlak tussen adapterblok (4)
en inbouwflens (5), alsmede tussen adapterblok (4) en romp worden afgedicht.
Vóór het afdichten moeten alle componenten goed worden ontvet.
NL
FR
pagina 77 / 120