Pentair Jung Pumpen COMPLI 108/2 ME Instructions De Service page 24

Masquer les pouces Voir aussi pour COMPLI 108/2 ME:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 14
NEDERLANDS
ONDERHOUD
Onderhoud en inspectie van dit product moet worden uitge-
voerd volgens EN 12056-4. Om een permanente operationele
betrouwbaarheid van uw installatie te garanderen, raden wij
aan een onderhoudscontract te sluiten.
LET OP! Het onderhoud van de fecaliënpompinstallatie en de
maatregelen tot instandhouding moeten worden uitgevoerd
door gespecialiseerde vakmensen met tussenpozen van 3 ma-
anden in bedrijven, 6 maanden in appartementgebouwen of 12
maanden in eengezinswoningen).
WAARSCHUWING!
Voorafgaande aan alle werkzaamheden de installatie loskoppe-
len van het elektriciteitsnet en ervoor zorgen dat de installatie
niet door andere personen opnieuw onder spanning kan worden
gezet.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel op mechanische en chemische beschadiging
controleren. Beschadigde of geknikte stroomkabel moeten
door de fabrikant worden vervangen.
Wij raden aan om bij onderhoud de volgende werkzaamheden
uit te voeren:
1. De verbindingen op lekkage controleren door de omgeving
van de installatie en de apparatuur goed te onderzoeken.
2. Bedienen van de schuif; controleren of deze soepel be-
weegt, indien nodig aanpassen en invetten.
3. Openen en reinigen van de terugstroomblokkering, controle
van plaatsing en kogel (klep).
4. Reinigen van de pomp en direct aangesloten leidingen;
controle van de waaier en de lagers.
VOORZICHTIG!
Versleten waaiers kunnen scherpe randen hebben.
5. Oliecontrole, indien nodig bijvullen of verversen (indien een
oliekamer aanwezig is).
6. Binnenreiniging van de tank (indien nodig of bij speciale ei-
sen), bijv. vet verwijderen.
7. Controleren van de toestand van de verzameltank.
8. Om de 2 jaar de installatie met water doorspoelen.
9. Controle van het elektrische gedeelte van de installatie. De
regelaar zelf is onderhoudsvrij, maar mocht er een accu zijn
ingebouwd, dan moet die regelmatig worden gecontroleerd
op werking. Daartoe bij een spanningsloos gemaakte instal-
latie de vlotter in de tank optillen tot er een hoogwateralarm
klinkt. Daarnaast moet de vlotter indien nodig worden ge-
reinigd.
Na voltooiing van de onderhoudswerkzaamheden kan de in-
stallatie na proefdraaien weer in gebruik worden genomen.
Van het onderhoud moet een verslag worden gemaakt met ver-
melding van alle uitgevoerde werkzaamheden en de essentiële
gegevens.
Oliecontrole
(Geldt alleen voor 08/2-, 25/2- en 35/2-installaties) Eerst wor-
den de zeskantschroeven of inbusschroeven rond de pomp
losgedraaid en de pomp wordt dan met de waaier van de tank
gehaald. De vul- en aftapopening van de oliekamer wordt door
de afsluitschroef "Öl" (olie) naar buiten toe afgedicht. Ter con-
trole van de oliekeerringafdichting wordt de olie uit de olieka-
mer met inbegrip van de resterende hoeveelheid afgetapt en
verzameld in een schone maatbeker.
• Als de olie vermengd is met water (melkachtig is), moet de
olie worden ververst. Na nog eens 300 bedrijfsuren, max.
24
echter na 6 maanden, opnieuw controleren!
• Is de olie vermengd met zowel water als verontreinigingen,
dan moet naast de olie ook de glijringafdichting worden
vervangen. Om de oliekamer te bewaken, kan ook achteraf
de elektrode van ons afdichtingscontroleapparaat "DKG" in
plaats van de afsluitschroef "DKG" worden gemonteerd.
Olieverversing
(Geldt alleen voor installaties met de pomptypes 08/2, 25/2 und
35/2) Ter behoud van een betrouwbare werking moet na 300
bedrijfsuren de olie voor de eerste maal worden ververst en
daarna na elke 1000 bedrijfsuren. Bij minder bedrijfsuren moet
ten minste eenmaal per jaar de olie worden ververst.
Wordt afvalwater met sterk schurende additieven afgevoerd,
dan moet de olie met navenant kortere tussenpozen worden
ververst.
Voor de verversing van de olie in de oliekamer moet hydrau-
lische HLP-olie van viscositeitsklasse 22 tot 46 worden ge-
bruikt, bijvoorbeeld DTE 22, DTE 24, DTE 25 van Mobil.
De vulhoeveelheid bedraagt 380 cm³ voor de MultiCut-pompen
UC 08/2 M en 25/2 M en 1000 cm³ voor de MultiFree-pompen
25/2 BW en 35/2 BW.
LET OP! De oliekamer mag alleen worden gevuld met de aan-
gegeven hoeveelheid olie. Teveel olie kan leiden tot defecten
aan de pomp.
Controle van de snijspleet
(Alleen van toepassing voor pompen met een snijwiel). Er moet
worden gecontroleerd of behuizingsschroeven van de pomp en
de verbindings- en bevestigingsbouten van de installatie goed
vastzitten, en indien nodig moeten ze worden aangedraaid.
Bij afnemend debiet, toenemend lawaai bij gebruik of afne-
mend vermogen (blokkeerneiging van de pomp) moeten de
waaier en het snijmechanisme door een specialist op slijtage
worden gecontroleerd en eventueel vervangen.
Met een geschikt hulpmiddel zoals bijvoorbeeld een voeler-
maat kan de snijspleet tussen de snijrotor en de snijplaat wor-
den gemeten. Een snijspleet van meer dan 0,2 mm moet wor-
den teruggebracht.
Instellen van de snijspleet
(Alleen van toepassing voor pompen met een snijwiel).
1. De snijrotor met een stuk hout blokkeren en de centrale in-
busschroef eruit schroeven.
2. De stempel, de snijrotor en een pasring verwijderen en ver-
volgens de stempel en de snijrotor weer terugplaatsen.
3. De snijrotor met een blok hout blokkeren en met de inbus-
schroef weer vastschroeven (aantrekmoment 8 Nm).
4. Controleren of de snijrotor vrij kan bewegen en de spleet op-
nieuw opmeten (max. 0,2 mm).
Is de snijspleet nog steeds te groot, verwijder dan nog een pas-
ring. De stappen 1-4 moeten worden herhaald.

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières