• Bij de keuze van de meetposities zijn drie punten in acht te
nemen:
1. Altijd aan drie meetposities de vochtigheid van het element
dat gemeten moet worden meten, om over het
rekenkundige middel een adequate nauwkeurigheid te
behalen.
2. Er moet niet aan de voorzijde gemeten worden, omdat daar
droge gebieden te behandelen zijn.
3. Indien mogelijk niet over scheuren, vertakkingen en
knoesten van de houten meten.
• Olieachtige en/of waterige houtbeschermingsmiddelen
beïnvloeden het meetresultaat.
• Indien mogelijk geen hout meten, welke een temperatuur
onder -5°C vertoond.
• Statische oplading van het element dat gemeten moet worden
door wrijving vermijden, omdat anders een vervalst
meetresultaat teweeggebracht wordt.
• Bij een houtvochtigheid, die kleiner als 10% is, kunnen aan
het te testen materiaal elektrostatische krachten optreden,
die het meetresultaat extreem vervalsen. Overeenkomstig
de ervaring treedt deze aan de uitgang van
fineerdrogingconstructies op. In elk geval moet door passende
aardverbindingsmaatregelen de statische oplading verholpen
worden.
Gebruiksaanwijzing – Nederlands
E - 24