Publicité
4. KOELMIDDEL EN WATERLEIDINGEN
4.1 Algemene opmerkingen voor apparaat met
R32 koelmiddel
Dit symbool dat op de unit wordt weergegeven
geeft aan dat dit apparaat is gevuld met R32, een
geurloos brandbaar koelmiddelgas met een lage
brandingssnelheid (type A2L dat voldoet aan de
A2L
ISO 817). Als het koelmiddel lekt, kan het
ontvlambaar zijn als het in contact komt met een externe
ontstekingsbron.
Gebruik geen hulpmiddelen om het ontdooiingsproces te
versnellen, behalve die hulpmiddelen die door de fabrikant
zijn aanbevolen.
Het apparaat moet in een kamer zonder constant inge-
schakelde ontstekingsbronnen (zoals open vlammen, een
gaskachel of elektrische verwarming) worden opgeslagen.
Niet doorboren of branden.
Let er op dat er geen geuren aan de koelmiddellen worden
te gevoegd.
EXPLOSIEGEVAAR
De compressor moet worden gestopt alvorens de
koelmiddelpijpen te verwijderen.
Alle onderhoudskranen moeten volledig gesloten zijn na
het pompen.
Dit symbool dat op de unit wordt weergegeven
geeft aan dat dit apparaat alleen door bevoegd
personeel mag worden gebruikt, met verwijzing
naar de installatiehandleiding.
Dit symbool dat op de unit wordt weergegeven
geeft aan dat er belangrijke informatie is
opgenomen in de gebruiksaanwijzing en / of
installatiehandleiding.
Voor meer informatie, raadpleeg de installatie- en
bedieningshandleiding.
Zorg ervoor dat de installatie van de unit en de leidingen
voor het koelmiddel overeenkomen met de wetgeving uit
elk land. In Europa moet tevens EN378 overeenkomen
gezien het de toepasbare norm is.
4.2 R410A koelmiddelcircuit
‹ Veiligheidsmaatregelen bij lekken van gaskoudemiddel
Installateurs en personen verantwoordelijk voor het
opstellen van specificaties zijn verplicht de lokale veilig-
heidsnormen en -reglementen voor koudemiddellekkages
op te volgen.
!
LET OP
• Controleer het systeem zorgvuldig op lekkend koelmiddel. Als
er veel koudemiddel lekt, kan dit ademhalingsproblemen of het
ontstaan van gevaarlijke gassen veroorzaken.
• Als de opgetrompte moer te hard wordt aangedraaid, kan de moer
na een tijd afbreken en lekkage van koelmiddel veroorzaken.
‹ Maximaal toegestane concentratie van hydrofluor-
koolstoffen (HFC)
Het koelmiddel R410A, waarmee de buitenunit gevuld is,
is een onbrandbaar en niet-giftig gas. Wanneer er lekkage
optreedt en het gas zich door de ruimte verspreidt, bestaat
er mogelijk verstikkingsgevaar.
Overeenkomstig EN378-1 is de maximaal toegestane
concentratie HFC-gas:
NL
PMML0666 rev.0 - 09/2024 - 1000017439
Koelmiddel Maximaal toegestane concentratie (kg/m
R410A
Om in geval van lekkage verstikking te voorkomen, moet
het minimumvolume van de gesloten ruimte waarin het
systeem geïnstalleerd wordt, de volgende zijn:
Systeemcombinatie
8 HP
10 HP
De formule die wordt gebruikt voor de berekening van de
maximaal toestane concentratie koelmiddel in geval van
koelmiddellekkage, is de volgende:
R: Totale hoeveelheid koelmiddel (kg)
R
V: Volume van vertrek (m³)
— = C
C: Koelmiddelconcentratie
V
Als het volume van het vertrek lager dan het
minimumvolume is, dan moeten na de installatiewerken
doeltreffende maatregelen worden genomen om
verstikking in geval van lekkage te voorkomen.
4.3 Koelmiddelleidingen and koelmiddelvulling
4.3.1 Minimale lengte van koudemiddelleiding
tussen buitenunit en binnenunit (R32 units)
De installatie van de unit en de koelmiddelleidingen
moeten zich aan de lokale en nationale wetgeving voor het
gewenste koelmiddel toepassen.
Gezien het R32 koelmiddel en afhankelijk van de
uiteindelijke hoeveelheid koelmiddel, moet er rekening
worden gehouden met een minimale vloeroppervlakte
voor de installatie.
• Als de totale hoeveelheid koelmiddel <1,84 kg is dan is
er geen extra minimale vloeroppervlakte vereist.
• Als de totale hoeveelheid koelmiddel ≥1,84 kg is dan
moet de vereiste extra minimale vloeroppervlakte
vereisten worden gecontroleerd.
5. ELEKTRISCHE EN BESTURINGSINSTELLINGEN
5.1 Algemene controle
• Controleer of de stroomvoorziening aan de volgende
eisen voldoet:
9 Het vermogen van de elektrische installatie is
voldoende groot om te voldoen aan de vraag van
het YUTAKI-systeem (buitenunit + binnenunit +
warmwatertank (indien van toepassing)).
9 De voedingsspanning ligt binnen ±10 % van de
nominale spanning.
9 De impedantie van de voedingskabel is zo laag,
dat de spanningsval niet meer dan 15 % van de
nominale spanning bedraagt.
• In overeenstemming met de Richtlijn 2014/30/EU van
de Raad inzake elektromagnetische compatibiliteit,
toont de volgende tabel de maximaal toegestane
systeemimpedantie Z
op het aansluitpunt van de
max
netvoeding van de gebruiker, overeenkomstig de norm
EN 61000-3-11.
)
3
0,44
Minimumvolume (m
)
3
11,4
12,1
74
Publicité
