Riemafscherming (19), (afb. A)
Verwijder deze bescherming (19) om toegang te krij-
gen tot de V-snaar. Gebruik de trilplaat nooit zonder
de riemafscherming (19).
Als de V-snaarafscherming (19) niet is aangebracht,
kan uw hand tussen de V-snaar en de koppeling be-
kneld raken, waardoor u ernstig letsel kunt oplopen.
Rembekrachtiger (5), (afb. A)
Een excentrisch gewicht op de as in het huis van de
rembekrachtiger wordt met hoge snelheden aange-
dreven door een koppeling en riemaandrijving. Deze
hoge draaisnelheden van de as veroorzaken de snel-
le op- en neerwaartse bewegingen van de machine
en de voorwaartse beweging.
Motorschakelaar (Aan/uit) (17), (afb. A + I)
Met de motorschakelaar (17) wordt het ontstekings-
systeem geactiveerd en gedeactiveerd. De motor-
schakelaar (17) moet in de stand ON staan om de
motor te laten draaien.
De motor stopt als de motorschakelaar (17) in de
stand OFF wordt gezet.
Controle voor gebruik
Controle
• Controleer alle zijdes van de motor op olie of brand-
stoflekken.
• Let op tekenen van schade.
• Controleer of alle veiligheidsafdekkingen zijn aan-
gebracht en of alle schroeven, moeren en pennen
zijn aangedraaid.
Motoroliecontrole (afb. I - R)
• Neem de oliepeilstok (16) en reinig deze.
• Plaats de peilstok (16) weer terug en controleer het
oliepeil zonder de peilstok (16) weer vast te schroe-
ven.
• Als het oliepeil te laag is, voeg dan de aanbevolen
hoeveelheid olie toe.
• Monteer na afloop alles weer in elkaar en schroef
de oliepeilstok vast.
Brandstofcontrole (afb. S)
• Stop de motor, open de tankdop (12) en controleer
het brandstofpeil. Als het peil te laag is, voegt u
benzine toe tot de tank vol is. Schroef vervolgens
het deksel er weer op.
• Voeg niet zoveel brandstof toe dat de rand van de
tank bedekt is (maximaal brandstofpeil).
• Voor loodvrije benzine wordt een octaangehalte
van 90 aanbevolen. Loodvrije benzine vermindert
de koolstofafzettingen en verlengt de levensduur
van het uitlaatsysteem.
• Gebruik geen reeds gebruikte en verontreinigde
benzine. Laat geen vuil en water in de benzinetank
komen.
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
Starten van de motor (afb. I + K)
• Zet de benzinekraan (11) in de stand ON. Als u een
koude motor start, zet u de chokehendel (10) in de
stand CLOSE
.
• Wanneer de chokehendel (10) in de posi-
tie CLOSE
wordt gezet om de motor te star-
ten, verplaats u deze voorzichtig naar de stand
OPEN
, terwijl de motor opwarmt.
• Als u een warme motor start, laat u de chokehendel
(10) in de stand OPEN
• Zet de motorschakelaar (17) in de stand ON.
• Bedien de trekstarter (14).
Trekstarter (14), (afb. A)
Trek aan de starthendel (14) tot u weerstand
voelt. Trek vervolgens stevig aan de starthen-
del (14) en breng deze terug naar de uitgangspo-
sitie. Wanneer de chokehendel (10) in de posi-
tie CLOSE
wordt gezet om de motor te
starten, verplaats u deze voorzichtig naar de stand
OPEN
, terwijl de motor opwarmt. Trek na het
opwarmen van de motor aan de gashendel (1) om het
toerental van de motor te verhogen. De plaat begint
te trillen en te verdichten.
Voorwaartse beweging
De trilplaat loopt automatisch op vol gas naar voren.
m LET OP!
Gebruik de trilplaat niet op beton of extreem harde,
droge, verdichte oppervlakken. De trilplaat springt
dan in plaats van te trillen. Dit kan zowel de trilmachi-
ne als de motor beschadigen.
Het aantal herhalingen dat nodig is om het gewenste
verdichtingsresultaat te bereiken, is afhankelijk van
het type en de vochtigheid van de ondergrond. De
maximale verdichting is bereikt wanneer je een zeer
sterke terugslag opmerkt.
Als u de trilplaat op straatstenen gebruikt, moet een
rubbermat (c) worden aangebracht om te voorko-
men dat het steenoppervlak gaat afbrokkelen en af-
schuurt.
Een bepaalde hoeveelheid vocht in de grond is nood-
zakelijk. Overmatig vocht kan er echter voor zorgen
dat kleine onderdelen aan elkaar blijven kleven waar-
door een goede verdichting wordt voorkomen. Laat
de grond een beetje drogen als deze extreem nat is.
Als de grond zo droog is dat er tijdens het gebruik van
de trilplaat stofwolken ontstaan, moet er wat vloeistof
aan de grond worden toegevoegd om de verdichting
te verbeteren. Dit vermindert ook de belasting van het
luchtfilter.
staan.
NL | 91