• Bewaar brandstof in een koele, goed geventileerde
ruimte, uit de buurt van vonken en vlammen of an-
dere ontstekingsbronnen. Bewaar nooit benzine of
de machine met een volle tank in een gebouw waar
de benzinegassen in contact kunnen komen met
vonken, vuur of andere ontstekingsbronnen zoals
waterverwarmers, kachels, wasdrogers, etc.
• Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een gesloten ruimte opslaat.
Gebruik en onderhoud van de machine
• Til of draag de machine nooit als de motor draait.
• Gebruik geen geweld met de machine.
• Gebruik de juiste machine voor uw toepassing. De
juiste machine zal het werk waarvoor hij is ontwor-
pen beter en veiliger uitvoeren.
• Verander de instelling van de toerentalregelaar van
de motor niet en laat de motor niet oververhitten.
De toerenregelaar regelt het maximale toerental
van de motor met maximale veiligheid.
• Laat de motor niet op hoge snelheid draaien als u
niet verdicht.
• Houd handen of voeten uit de buurt van draaiende
delen.
• Vermijd contact met hete benzine, olie, uitlaatgas-
sen en hete oppervlakken. Raak de motor of de
uitlaatdemper niet aan. Deze onderdelen worden
bijzonder warm tijdens het gebruik. Ze zijn nog
steeds warm, zelfs korte tijd nadat de machine is
uitgeschakeld.
• Laat de motor afkoelen voordat u onderhoudswerk-
zaamheden of instellingen gaat uitvoeren.
• Als de machine ongewone geluiden of trillingen
gaat maken, schakelt u de motor direct uit, koppelt
u de bougiekabel los en zoekt u naar de oorzaak.
Ongebruikelijke geluiden of trillingen zijn meestal
een teken van storing.
• Gebruik alleen door de fabrikant goedgekeurde
hulpstukken en accessoires. Bij het niet in acht ne-
men, kan dit leiden tot letsel.
• Voer onderhoud aan de machine uit. Controleer ze
op onjuiste uitlijning of verstopping van bewegende
delen, schade aan onderdelen en andere omstan-
digheden die van invloed kunnen zijn op de werking
van de machine. Laat de machine eerst repareren
voordat u de machine verder gebruikt als u schade
ontdekt. Veel ongevallen zijn het gevolg van slecht
onderhouden apparatuur.
• Houd de motor en de uitlaatdemper vrij van gras,
bladeren, overmatige smering of koolstofafzetting
om het risico op brand te verminderen.
• Maak de machine nooit vochtig of nat met water of
een andere vloeistof.
• Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
kleine onderdelen.
• Reinig de machine na elk gebruik.
www.scheppach.com / service@scheppach.com / +(49)-08223-4002-99 / +(49)-08223-4002-58
• Neem de geldende richtlijnen voor afvalverwijde-
ring voor benzine, olie etc. in acht om het milieu te
beschermen.
• Houd de uitgeschakelde machine buiten het bereik
van kinderen en sta niet toe dat personen, die niet
vertrouwd zijn met de machine of deze handleiding
hebben gelezen, de machine gebruiken. De machi-
ne is gevaarlijk in handen van ongetrainde gebrui-
kers.
Service
• Schakel voor reinigings-, reparatie-, inspectie- of
afstelwerkzaamheden de motor uit en zorg ervoor
dat alle bewegende delen stilstaan.
• Zorg er altijd voor dat de motorschakelaar in de
stand "OFF" staat. Maak de bougiekabel los en
houd deze uit de buurt van de bougie om te voorko-
men dat deze per ongeluk start.
• Laat uw machine onderhouden door gekwalificeerd
personeel. Gebruik uitsluitend originele reserveon-
derdelen. Hiermee wordt gewaarborgd dat de ma-
chine veilig blijft.
8. Aanvullende veiligheidsvoor-
schriften
• Houd handen, vingers en voeten uit de buurt van
de grondplaat om letsel te voorkomen.
• Houd de handgreep van de plaatschudder stevig
vast met beide handen. Als beide handen de hand-
greep vasthouden en uw voeten van de verdichter-
plaat af zijn, kunnen uw handen, vingers en voeten
niet door de verdichterplaat worden verwond.
• Blijf altijd achter de machine als u deze gebruikt;
loop of sta nooit voor de machine als de motor
draait.
• Plaats nooit gereedschap of andere voorwer-
pen onder de trilplaat. Als de machine tegen een
vreemd voorwerp aanloopt, stop dan de motor, trek
de bougiekabel los en controleer de machine op
schade; repareer de schade voordat u de machine
opnieuw opstart en gebruikt.
• Overbelast de machine niet door te diep of te snel
te verdichten.
• Gebruik de machine niet met hoge snelheden op
harde of gladde oppervlakken.
• Wees met name voorzichtig bij het gebruik van de
machine op of bij het oversteken van grindbedden,
paden of wegen.
• Kijk uit voor verborgen gevaren of verkeer. Vervoer
geen mensen.
• Verlaat nooit de werkplek en laat de trilplaat nooit
onbeheerd achter als de motor draait.
• Stop de machine altijd als het werk wordt onderbro-
ken of als u van de ene plaats naar de andere loopt.
NL | 89