z Optellen van nullastspanningen
Wanneer meer dan één lasstroombron tegelijkertijd in werking is,
kunnen de nullastspanningen ervan worden opgeteld en tot een
verhoogd elektrisch risico leiden. Lasstroombronnen moeten zo
worden aangesloten dat dit risico tot een minimum wordt beperkt.
De individuele lasstroombronnen, met hun aparte besturingen en
aansluitingen, moeten duidelijk worden gemarkeerd, zodat herken-
baar is wat bij welk lasstroomcircuit hoort.
z Beschermende kleding
Tijdens de werkzaamheden moet de lasser over zijn volledige
lichaam zijn beschermd tegen straling en verbranding door de
juiste kleding en gezichtsbescherming. De volgende stappen
dienen in acht te worden genomen:
Trek vóór de laswerkzaamheden de beschermende kleding aan.
–
Trek handschoenen aan.
–
Gebruik ramen of een ventilator om de luchttoevoer te garanderen.
–
Draag een veiligheidsbril en mondbescherming.
–
Aan beide handen moeten kaphandschoenen van een geschikt
materiaal (leer) worden gedragen. Deze moeten in een perfecte
staat zijn.
Om de kleding te beschermen tegen rondvliegende vonken en
verbranding dienen geschikte schorten te worden gedragen.
Wanneer de aard van de werkzaamheden, bijv. lassen boven het
hoofd, dat vereist, moet een beschermend pak worden gedragen
en, indien nodig, ook een hoofdbescherming.
BESCHERMING TEGEN STRALEN EN VERBRANDINGEN
Wijs op de werkplek met een affiche "Voorzichtig! Niet in de
vlammen kijken!" op het risico voor de ogen.
De werkplekken moeten, indien mogelijk, zo worden afgeschermd
dat de personen die zich in de buurt bevinden, worden beschermd.
Onbevoegden moeten uit de buurt van laswerkzaamheden worden
gehouden.
In de onmiddellijke omgeving van vaste werkplekken mogen de
wanden noch licht van kleur zijn, noch glanzend zijn.
Ramen moeten minstens tot op hoofdhoogte worden beveiligd
tegen het doorlaten of weerkaatsen van straling, bijv. door
geschikte verf.
98
NL/BE