5.11
Deficitgrens instellen
De deficitgrens kan worden aangepast wanneer het systeem in bedrijf is. Gebruik
daarvoor de toetsen º en » (zie Afb. 5-1). De deficitgrens kan in stappen van
100 ml tussen 600 en 2500 ml worden ingesteld. De deficitgrens wordt op de dis-
play voor de deficitgrens (3) weergegeven. De deficitmeter dient ervoor om de
gebruiker te ondersteunen bij de bewaking van het deficitvolume. De kleur van
de deficitmeter verandert wanneer deze in de buurt van de deficitgrens komt. De
door de gebruiker ingestelde deficitgrens is boven in de deficitmeter aangegeven
met een rode led. Als tijdens de ingreep het daadwerkelijke deficit stijgt, dan gaat
de led branden en geeft hij het daadwerkelijke deficitvolume aan, tot de deficit-
grens is bereikt (zie paragraaf Deficitgrens in hoofdstuk 7, Veiligheidsfuncties).
5.12
Gebruik van de pomp tijdens een ingreep
Open de klemmen aan de vloeistofzakken ((3) Afb. 5-11).
Open de afsluitkraan voor de hysteroscoop-toevoer volledig.
Als een drainage-afsluitkraan aanwezig is: Sluit de drainage-afsluitkraan
volledig.
Houd de hysteroscoop ter hoogte van de patiënte boven het afdekdoek zo-
dat de vloeistof kan worden opgevangen. De hysteroscoop mag nog niet in
de uterus worden gestoken.
Druk op de toets Prime ((17) Afb. 5-1).
De pomp gaat ca. 20 seconden lang lopen om lucht uit de slangen te pompen
en de automatische lumenkalibrering uit te voeren.
Op het pompdisplay verschijnt Calibration Running (kalibrering loopt).
De pomp is uitgerust met een functie voor automatische lumenkalibrering. Het
systeem bepaalt de flowweerstand van de hysteroscoop. Deze weerstand wordt
gebruikt om de pompdruk te berekenen die nodig is om de intra-uteriene streef-
druk op peil te houden. Om deze weerstand te overwinnen, staat de pomp een
druk toe van max. 80 mmHg tijdens de kalibrering. Dit wordt op de display van
de werkelijke intra-uteriene druk weergegeven. Als de kalibrering vanwege een
hoge weerstand mislukt, wordt de kalibrering met een toegestane druk van max.
150 mmHg herhaald. Kan dit dan nog steeds niet worden afgesloten, dan ver-
schijnt op de pomp de melding Prime Fail - Open Stopcock Clamps (Prime mis-
lukt; afsluitkraan, klemmen openen).
De automatische lumenkalibrering begint zodra de toets Prime wordt ingedrukt.
Zodra de automatische lumenkalibrering is beëindigd, klinken er drie tonen.
Op de pompdisplay staat 5 seconden lang Prime Successful Close Stopcock
(prime succesvol, kraan sluiten), en vervolgens System Operating (systeem
klaar voor gebruik).
Sluit de afsluitkraan voor de hysteroscoop-toevoer om de toevoer te stop-
pen. Nadat u alle vloeistof van de afdekdoek heeft verwijderd, zet u het defi-
citdisplay op nul.
Controleer of bij de drukkamer geen vloeistof naar buiten is gestroomd. Als
u bij de pomp lekkage van spoelvloeistof vaststelt, moet u de slangset ver-
vangen en de automatische lumenkalibrering opnieuw uitvoeren.
OPMERKING!
De kalibrering moet altijd buiten de patiënte worden uitgevoerd om een correc-
te lumenkalibrering en deficit-berekening te garanderen.
OPMERKING!
De pomp blijft werken nadat de automatische lumenkalibrering is beëindigd.
Stop de pomp door de afsluitkraan voor de hysteroscoop-toevoer te sluiten.
Bediening van het systeem
Instelling van de deficitgrens
Automatische lumenkalibrering
nl
29