KENNISGEVING: Om de instelling van het schema te activeren,
vergeet u niet een vinkje te plaatsen in het selectievakje.
KENNISGEVING: De tijden ingevoerd in [Schedule 1:
(Schema 1:)] en [Schedule 2: (Schema 2:)] mogen elkaar niet
overlappen.
5.
Selecteer [Verify (Controleren)].
Nadat het bericht [Saved successfully. (Opgeslagen.)] wordt weerge-
geven, drukt u op de toets
.
De informatie over de bedieningsfouten bekijken
[Beginmenu] > [Main menu (Hoofdmenu)] > [Others (Overig)] >
[Error message (Foutmelding)]
Dit geeft de meest recente foutmeldingen, inclusief informatie, weer
die aan de robotmaaier werden gemeld.
1.
Druk op het bedieningspaneel op de
Het [Main menu (Hoofdmenu)] wordt weergegeven.
2.
Selecteer
op het scherm.
Het submenu wordt weergegeven.
ONDERHOUD
LET OP: Verzeker u er altijd van dat de aan-uitschakelaar
van de robotmaaier uit staat voordat u een inspectie of onder-
houd uitvoert. Verzeker u er tevens van dat de stekker van de
netspanningsadapter uit het stopcontact is getrokken wanneer
u onderhoud uitvoert aan het laadstation.
LET OP: Draag altijd handschoenen en een veiligheidsbril
tijdens het uitvoeren van een inspectie of onderhoud. Anders
kan letsel ontstaan.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap
te handhaven, dienen alle reparaties, overig onderhoud en afstellin-
gen te worden uitgevoerd door een door Makita erkend servicecen-
trum of het fabrieksservicecentrum, en altijd met gebruikmaking van
originele Makita-vervangingsonderdelen.
Reinigen
KENNISGEVING: Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner,
alcohol en dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormin-
gen en barsten worden veroorzaakt.
KENNISGEVING: Reinig het apparaat regelmatig. Maaisel kan
zich ophopen in het maaidek of het laadstation.
KENNISGEVING: Was het apparaat niet met een hogedrukreini-
ger. Als u dat doet, kan dat leiden tot schade of een defect.
De robotmaaier reinigen
LET OP: Wees voorzichtig dat u niet uzelf verwondt aan de
maaimessen tijdens het reinigen van de maaimessen en de
omliggende delen.
LET OP: Wees voorzichtig dat uw handen of andere voor-
werpen niet bekneld raken tussen de bovenafdekking en het
maaidek, of uw handen verwondt aan de randen van de boven-
afdekking wanneer u de bovenafdekking bevestigt of verwijder.
Veeg het oppervlak van de bovenafdekking en de onderkant van het
maaidek schoon met een droge doek of een doek bevochtigd met een
verdund neutraal reinigingsmiddel. Veeg al het vuil en maaisel volle-
dig eraf dat zich heeft opgehoopt op en rondom de wielen.
► Fig.63
OPMERKING: Was het apparaat met water indien het erg vuil is.
Na het wassen met water wordt het aanbevolen om het apparaat
goed te laten drogen voordat u het weer gebruikt.
Maaisel kan zich ophopen tussen de bovenafdekking en het maaidek.
Volg de onderstaande procedure om de bovenafdekking te verwijde-
ren en tevens het bovendeel van het maaidek te reinigen.
► Fig.64: 1. Bovenafdekking 2. Maaidek 3. Rubber houders
4. Schuifas
Terwijl u het displaydeksel omlaag gedrukt houdt, tilt u één voor één
de delen van de bovenafdekking op die worden aangegeven in de
afbeelding en maakt u de bovenafdekking los.
► Fig.65: 1. Bovenafdekking 2. Displaydeksel
-knop.
112
NEDERLANDS
OPMERKING: Als het menu niet wordt weergegeven, gebruikt u de
toetsen
/
om het scherm te scrollen.
3.
Selecteer [Error message (Foutmelding)].
De robotmaaier zoekt naar de foutinformatie en geeft een lijst met
de gemelde foutcodes op volgorde weer, beginnende met de meest
recente.
4.
Selecteer een foutcode om de informatie op te roepen.
► Fig.61
Het scherm met informatie over de fout wordt weergegeven.
5.
Controleer de datum en tijd waarop de fout optrad en de inhoud
van de foutmelding.
► Fig.62
OPMERKING: Nadat u de informatie hebt gelezen, kunt u terug-
keren naar een hoger menuscherm door op de toets
de
-knop te drukken. Druk op de toets
naar het scherm van het submenu [Others (Overig)], of druk op
de
-knop om terug te keren naar het scherm van het [Main menu
(Hoofdmenu)].
OPMERKING: Verzeker u ervan dat er geen obstakels in de buurt
zijn wanneer u de bovenafdekking verwijdert.
OPMERKING: De bovenafdekking en het maaidek zijn stevig met
elkaar verbonden op drie plaatsen. Trek de bovenafdekking krach-
tig omhoog tot de rubber houders binnenin de bovenafdekking los-
raken van de schuifassen van het maaidek.
Wanneer u de bovenafdekking weer op zijn oorspronkelijke plaats
bevestigt, lijnt u de rubber houders uit met de schuifassen van het
maaidek en drukt u de bovenkant van de bovenafdekking krachtig
omlaag.
► Fig.66
OPMERKING: Controleer of de bovenafdekking correct op het
maaidek is bevestigd door de bovenafdekking aan de voorkant en
zijkanten op te tillen. Een verkeerde bevestiging kan leiden tot een
detectiefout van de sensoren.
Het laadstation reinigen
Veeg al het vuil en maaisel eraf dat zich heeft opgehoopt op de
oplaadcontacten en de grondplaat van het laadstation.
► Fig.67: 1. Oplaadcontacten 2. Grondplaat
De maaimessen inspecteren
Volg de onderstaande procedure en inspecteer één keer per week.
1.
Zet de aan-uitschakelaar van de robotmaaier uit en leg hem
ondersteboven.
► Fig.68
2.
Inspecteer de staat van de maaimessen en het draaien van de
maaischijf.
Controleer de volgende punten:
•
Draait de maaischijf al met weinig kracht rond?
•
Zijn de maaimessen buitensporig gesleten, gebarsten, afgebrok-
keld, verbogen, enz.?
Maaischijf en maaimessen
► Fig.69: 1. Normaal 2. Versleten (A: 17,5 mm of minder)
3. Gebarsten 4. Afgebrokkeld 5. Verbogen 6. Maaischijf
3.
Inspecteer de staat van de bevestigingsschroeven van de
maaimessen.
Volg de procedure in de paragraaf "De maaimessen vervangen"
(pagina 113) om de bevestigingsschroeven te verwijderen, en con-
troleer de staat van de bevestigingsschroeven.
Bevestigingsschroef van het maaimes
► Fig.70: 1. Normaal 2. Gesleten 3. Bevestigingsschroef
of op
om terug te keren