Télécharger Imprimer la page

Makita RM350D Manuel D'instructions page 106

Masquer les pouces Voir aussi pour RM350D:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 33
(3) Gebruik het toetsenblok en voer de tijdsperiode in.
(4) Herhaal de stappen 2 en 3 om alle invoervelden voor uren en
minuten in te vullen.
KENNISGEVING: Om de instelling van het schema te activeren,
vergeet u niet een vinkje te plaatsen in het selectievakje.
KENNISGEVING: De tijden ingevoerd in [Schedule 1:
(Schema 1:)] en [Schedule 2: (Schema 2:)] mogen elkaar niet
overlappen.
7.
Selecteer [Verify (Controleren)].
Nadat het bericht [Saved successfully. (Opgeslagen.)] wordt weerge-
geven, drukt u op de toets
.
Aanbevolen maaischema voor een geselecteerd
maaigebied
De tabel toont een benchmark-maaischema dat wordt aanbevolen
voor de groottecategorie van uw maaigebied. Ontwerp uw eigen
dagelijkse en wekelijkse schema's aan de hand van uw behoeften.
Grootte van
Dagen per week
maaigebied
(dagen)
2
(m
)
500
5
7
750
5
7
1.000
5
7
1.500
5
7
2.000
5
7
2.500
6
7
3.000
7
3.500
7
De maaihoogte instellen
[Beginmenu] > [Main menu (Hoofdmenu)] > [Mowing preferences
(Maaivoorkeuren)] > [Cutting height (Maaihoogte)]
De maaihoogte kan handmatig worden ingesteld of met behulp van
de automatische functie. De robotmaaier stelt automatisch de hoogte
van de maaimessen in aan de hand van de ingestelde graslengte.
KENNISGEVING: Als lang gras in één keer kort wordt gemaaid,
kan het gras dood gaan of kan het afgemaaide gras zich opho-
pen binnenin de robotmaaier.
OPMERKING: Probeer niet om lang gras in één keer te maaien.
Maai in plaats daarvan het gras stapsgewijs korter met een dag of
twee tussen de maaibeurten totdat het gras gelijkmatig kort is. Het
maaisel mag niet langer zijn dan 5 mm per maaibeurt. De schade
aan en belasting van het gazon kunnen worden verminderd om een
mooie afwerking van het gazon te behouden door een geschikte
graslengte en maaifrequentie in te stellen.
OPMERKING: De maximale instelwaarde voor de maaihoogte van
de robotmaaier is 60 mm. Als de graslengte vóór het maaien groter
is dan deze maximumwaarde, maait u het gras af tot 65 mm of min-
der met een grasmaaier van Makita of een andere machine voordat
u de robotmaaier gebruikt.
► Fig.31
1.
Druk op het bedieningspaneel op de
Het [Main menu (Hoofdmenu)] wordt weergegeven.
2.
Selecteer
op het scherm.
Het submenu wordt weergegeven.
3.
Selecteer [Cutting height (Maaihoogte)].
Het menuselectiescherm wordt weergegeven.
Uren per dag
Voorbeelden van
(uren)
tijdschema's
5
07:00 - 12:00
3,5
07:00 - 10:30
7,5
07:00 - 14:30
5,5
07:00 - 12:30
10
07:00 - 17:00
7
07:00 - 14:00
14,5
07:00 - 21:30
10,5
07:00 - 17:30
19,5
04:00 - 23:30
14
07:00 - 21:00
20
03:00 - 23:00
17,5
05:00 - 22:30
21
02:00 - 23:00
24
00:00 - 24:00
-knop.
4.
Selecteer het gewenste menu.
Menu
Beschrijving
Manual (consis-
Hiermee stelt u een consistente maaihoogte in.
tent) (Handmatig
(consistent))
Auto
Door de graslengte vóór en na het maaien in
(Automatisch)
te stellen, past de robotmaaier automatisch de
hoogte van de maaimessen in stappen aan.
Het invoerscherm voor de maaihoogte wordt weergegeven.
5.
Druk op de toetsen
Nadat de gewenste maaihoogte wordt weergegeven op het scherm,
drukt u op de toets
invoervelden zijn, stelt u een waarde in voor elk veld en drukt u ver-
volgens op de toets
Instelscherm van het menu [Manual (consistent) (Handmatig
(consistent))]
► Fig.32
Instelscherm van het menu [Auto (Automatisch)]
► Fig.33: 1. Graslengte vóór het maaien 2. Beoogde graslengte na
het maaien
6.
Volg het bericht dat wordt weergegeven op het scherm en voltooi
het instellen.
Nadat het bericht [Saved successfully. (Opgeslagen.)] wordt weerge-
geven, drukt u op de toets
Navigatievoorkeuren
LET OP: Wanneer de robotmaaier de eerste keer wordt opge-
start, nadat ter voorbereiding de draden in het maaigebied zijn
gemonteerd, moet u de robotmaaier eerst een keer vanuit de gekop-
pelde situatie automatisch laten wegrijden uit het laadstation.
Wanneer de robotmaaier automatisch wegrijdt uit het laadstation,
slaat hij het magnetische veld op in zijn geheugen en voert hij auto-
nome besturing uit zodat het koppelen daarna correct wordt uitge-
voerd. Als deze procedure niet wordt gevolgd, voert de robotmaaier
het koppelen mogelijk niet goed uit nadat hij is teruggekeerd, of
werkt hij mogelijk op een andere manier niet correct.
Selecteer een van de volgende twee manieren en voer deze uit om
de robotmaaier automatisch te laten wegrijden uit het laadstation.
Koppel de volledig opgeladen robotmaaier in het laadstation
binnen de vooraf geplande bedieningstijd (of op enig moment
bij gebruik van het submenu [Deactivate schedules (Plannen
deactiveren)]), en voer vervolgens de startinstructie uit in het
menu [Start mowing (Start maaien)]. Raadpleeg voor verdere
informatie "Menu Start maaien" (pagina 103).
Registreer tijdelijk de manier van wegrijden uit het laadsta-
tion in het submenu [Mower departing points (Startpunten
van maaier)] van het menu [Navigation preferences
(Navigatievoorkeuren)], en voer een testnavigatie uit.
Raadpleeg voor verdere informatie "De manier van wegrijden
uit het laadstation selecteren" (pagina 107).
De actieve zoekperiode van het begeleidingssignaal
instellen
[Beginmenu] > [Main menu (Hoofdmenu)] > [Navigation prefe-
rences (Navigatievoorkeuren)] > [Active search period for guide
wire (Actieve zoekperiode geleidingsdraad)]
Stel de tijdsduur in gedurende welke de robotmaaier actief moet zoe-
ken naar het stuursignaal vanaf de begeleidingsdraad.
OPMERKING: Tijdens het terugkeren naar het laadstation detec-
teert de robotmaaier het signaal dat wordt uitgezonden door de
begeleidingsdraad en volgt dat signaal om de route terug naar het
laadstation efficiënt te volgen.
OPMERKING: Als het signaal vanaf de begeleidingsdraad niet kan
worden gedetecteerd binnen de actieve zoekperiode, schakelt de
robotmaaier over op het zoeken in een groter gebied, met inbegrip
van het signaal vanaf de begrenzingsdraad, waarna de robotmaaier
terugkeert naar het laadstation aan de hand van het gedetecteerde
stuursignaal.
OPMERKING: Het wordt aanbevolen om de actieve zoekperiode
van het begeleidingssignaal in te stellen op "0" (nul) als u geen
begeleidingsdraden in het maaigebied monteert.
106
NEDERLANDS
/
/
/
om de maaihoogte in te stellen.
om de instelling te bevestigen. Als er meerdere
.
.

Publicité

loading