Bougie (afb. 17-19,22)
m LET OP!: Opdat de kettingzaagmotor krach-
tig blijft, moet de bougie (G) schoon zijn en de juis-
te elektrodeafstand (0,6 - 0,7 mm) hebben. De bou-
gie moet elke 20 bedrijfsuren worden gereinigd resp.
worden vervangen.
• Zet de stopschakelaar op STOP (11).
• Verwijder het behuizingsdeksel luchtfilter (5) door
de bevestigingsmoer behuizingsdeksel luchtfilter
(6) tegen de wijzers van de klok in te draaien. De
behuizingsdeksel luchtfilter kan vervolgens wor-
den verwijderd.
• Trek de bougiestekker los door gelijktijdig draaien
van de bougie (G).
• Verwijder de bougie met de bougiesleutel (20). Ge-
bruik hiervoor geen ander gereedschap.
• Reinig de bougie met een koperdraadborstel of
plaats een nieuwe.(afb. 22).
Stationair toerental instellen (afb. 25)
Als de zaagketting bij stationair bedrijf blijft lopen,
moet u het stationair toerental corrigeren.
1. Verwijder de plug (T).
2. Laat de motor 3-5 minuten warmlopen (geen ho-
ge toerentallen!).
3. Draai de stelschroef (R) met behulp van een
schroevendraaier met een platte kop:
Rechtsom
- Stationair toerental wordt verhoogd (+)
Linksom
- Stationair toerental wordt verlaagd (–)
Stationair toerental max.: 3300 min
Neem contact op met de fabrikant indien de zaag-
ketting desondanks bij stationair toerental doorloopt.
Let op! Werk in geen geval verder met de ketting-
zaag!
Belangrijk: De plug L/H kan niet worden versteld.
Carburatorafstelling
De carburateur is in de fabriek ingesteld voor opti-
male prestaties. Als de instellingen achteraf moeten
worden gewijzigd, moet u de zaag naar de dichtstbij-
zijnde bevoegde servicedienst brengen.
m LET OP!: U mag de instellingen van de carbura-
teur niet zelf aanpassen!
Geleideblad
• Keer het geleideblad elke 8 uur om een gelijkma-
tige slijtage te kunnen waarborgen.
Zaagketting
Zaagketting spannen
Controleer regelmatig de kettingspanning en stel de-
ze zo nodig af zodat de zaagketting goed tegen het
geleideblad ligt, maar nog los genoeg is om met de
hand aangetrokken te kunnen worden (afb.8).
-1
www.scheppach.com
Laten inlopen van een nieuwe zaagketting
Een nieuwe zaagketting en geleidingsrail moet na
max. 5 zaagsnedes opnieuw worden afgesteld. Dit is
normaal tijdens de inloopperiode en het interval tus-
sen het opnieuw afstellen wordt alleen maar langer.
Oliën van de zaagketting
Controleer altijd of de automatische smering van de
zaagketting correct functioneert. Zorg ervoor de olie-
tank altijd is gevuld.
Tijdens het zagen moeten de geleidingsrails en de
zaagketting altijd voldoende geolied zijn om de wrij-
ving met het geleidingsrails te beperken.
De geleidingsrails en de zaagketting mogen nooit
zonder functionerende smering in bedrijf worden ge-
nomen.
Gebruik de kettingzaag droog of met wat olie, als de
zaagprestatie vermindert, de levensduur van de ge-
leidingsrail korter wordt, de zaagketting snel stomp
wordt en de geleidingsrail snel versleten raakt door
oververhitting.
Te weinig olie is te herkennen aan de rookontwikke-
ling of de verkleuring van de geleidingsrails. Contro-
leer altijd bij een licht vlak de olienevel waarbij de
kettingzaag bij volgas in de richting van dit vlak wijst.
Onderhoud van de ketting
Zaagketting slijpen
Uw zaagketting wordt bij de vakhandel snel en vak-
kundig bijgeslepen. U verkrijgt bij de vakhandel ook
voorzieningen voor het slijpen van de ketting, waar-
mee u zelf uw zaagketting slijpen kunt.
Let a.u.b. op de betreffende gebruiksaanwijzing. On-
derhoud uw apparatuur met zorg. Houd uw gereed-
schap scherp en schoon, om goed en veilig te kun-
nen werken. Leef de onderhoudsvoorschriften en de
instructies voor het vervangen van gereedschap na.
Draag veiligheidshandschoenen als u de ketting gaat
slijpen. Na het slijpen moeten alle snijschakels de-
zelfde breedte en lengte hebben.
m AANWIJZING
Een scherpe ketting produceert mooie spaanders.
Wanneer de ketting zaagsel begint te produceren,
moet deze worden geslepen.
Wanneer het snijgereedschap 3 tot 4 keer is gesle-
pen, moet u de hoogte van de dieptebegrenzers
controleren. Zo nodig moet u ze met een platte vijl
verlagen en vervolgens de voorhoek afronden.
NL | 227