Aantal tanden aandrijfketting-
wiel
Tandsteek aandrijfkettingwiel
Kettingrem
Type geleideblad
Kettingsnelheid max.
Motor
Cilinderinhoud van de motor
Maximaal motorvermogen
Stationair toerental
Maximaal toerental met
snijgereedschap
Tankinhoud
Brandstof
Kunnen onderhevig zijn aan technische verande-
ringen!
Draag gehoorbescherming.
De effecten van het geluid kunnen gehoorscha-
de veroorzaken.
• Gebruik alleen apparatuur in perfecte staat.
• Onderhoud en reinig de apparatuur regelmatig.
• Past uw manier van werken aan aan de apparatuur.
• Het apparaat niet overbelasten.
• Laat het apparaat controleren, indien nodig.
• Schakel de apparatuur uit wanneer deze niet in ge-
bruik is.
• Draag handschoenen.
Gemeten geluidsdrukniveau L
Onzekerheid K
p(A)
Gegarandeerd
geluidsvermogensniveau L
w(A)
Gemeten geluidsvermogensniveau
L
w(A)
Onzekerheid K
w(A)
Trilling, voorste handgreep
Trilling, achterste handgreep
Onzekerheid
7. Voor de ingebruikname
m LET OP!: Start de motor pas als de kettingzaag
volledig is gemonteerd en gecontroleerd.
m LET OP!: Draag bij het gebruik van de zaagket-
ting of tijdens het instellen handschoenen met
een hoge sterktegraad.
7
0.325"
ja
BE20-76-
5812P
21,2 m/s
1-cilinder 2-takt
luchtgekoeld
53 cm³
2 kW
3100±300 min
-1
11000 min
-1
550 cm
3
Mengsel 40:1
93 dB
p(A)
3 dB
114 dB
108,7 dB
3 dB
10 m/s²
9 m/s²
1,5 m/s²
www.scheppach.com
Monteer het geleideblad en de zaagketting
(afb. 3-6)
Open de verpakking en monteer het geleideblad en
de zaagketting als volgt:
1. Druk de voorste handbescherming (3) naar ach-
teren (afb. 14/pos. 3a) zodat de kettingrem wordt
gedeactiveerd.
2. Draai de twee moeren (B) los en verwijder de be-
huizingsdeksel kettingaandrijving (17).
3. Montage van de klauwaanslag (afb. 3)
Plaats de klauwaanslag (19) in de uitsparingen
van de behuizing (zie afb. 3) en bevestig deze
met de 2 bevestigingsschroeven (19a). Gebruik
het gereedschap dat bij het montagegereed-
schap (10) is geleverd.
4. Schuif de zaagketting om het wiel van de zaag-
ketting. Schuif vervolgens de zaagketting om
de geleideblad. Neem de inbouwrichting van de
zaagketting in acht. (Afb. 4-5)
5. Steek de spanschroef van de zaagketting (Z) in
het onderste gat van de geleideblad (Y). (Afb. 4)
6. Monteer de behuizingsdeksel kettingaandrijving
(17) en haal de moeren (B) met de hand aan.
Inbouwrichting van de zaagketting (zie afb. 5)
Spannen van de zaagketting (afb. 6-8)
1. Houd het voorste gedeelte van de geleideblad
met de hand vast.
2. Stel de spanning van de zaagketting in met be-
hulp van de spanschroef (C) zodat de zaagketting
volledig in contact is met het geleideblad, maar
niet onder grote spanning staat.
3. Haal de voorgemonteerde bevestigingsmoer (B)
voor het geleideblad met de bougiesleutel (ca.
12-15 Nm) aan.
4. Controleer met de hand of de zaagketting soe-
pel op het geleideblad loopt en de juiste spanning
heeft.
5. Indien nodig, moet de spanning van de zaagket-
ting nader worden afgesteld.
Als de ketting moet worden nagespannen
Instellen van de kettingspanning
De juiste spanning van de zaagketting is van groot
belang en moet voor aanvang van de werkzaam-
heden en regelmatig bij alle zaagwerkzaamheden
worden gecontroleerd.
Als u de tijd neemt, om de zaagketting juist in te stel-
len, verbetert u het zaagresultaat en krijgt de ketting
een langere levensduur.
NL | 223