Instellen van de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie
Jp
En
De
Instellen van de vibratiereductiemodusschakelaar
Fr
Zet de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op ON en kies een
vibratiereductiemodus met de vibratiereductiemodusschakelaar.
Es
Se
Ru
Nl
It
Opmerkingen over het gebruik van de vibratiereductie
• Als u dit objectief gebruikt voor een camera die vibratiereductie niet
Ck
ondersteunt (p. 104), zet u de ON/OFF-schakelaar voor vibratiereductie op
OFF. Als u deze schakelaar op ON laat staan, raakt de batterij snel leeg, vooral
Ch
in combinatie met de Pronea 600i.
• Nadat u de ontspanknop half hebt ingedrukt, wacht u totdat het beeld in de
beeldzoeker stabiliseert alvorens u de ontspanknop verder indrukt.
Kr
• Als een gevolg van de eigenschappen van vibratiereductie is het mogelijk dat
het beeld in de beeldzoeker vaag wordt na het loslaten van de sluiterknop. Dit
is geen storing.
• Zet bij panorama-opnamen de vibratiereductiemodusschakelaar op
NORMAL. Als het fototoestel gepand wordt in een grote cirkel, wordt er
geen compensatie uitgevoerd voor cameratrillingen in de panrichting. Zo
worden alleen de effecten van verticale cameratrillingen verminderd tijdens
horizontaal pannen.
• Schakel het fototoestel niet uit of verwijder het objectief niet van
het fototoestel terwijl de vibratiereductie in werking is. Als u deze
voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan het objectief klinken en
aanvoelen alsof een interne component is losgekomen of afgebroken
wanneer ermee wordt geschud. Dit is geen storing. Schakel het fototoestel
opnieuw in om dit te corrigeren.
• Bij fototoestellen met ingebouwde flitser werkt de vibratiereductie niet
wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeladen.
108
ON: De effecten van cameratrillingen worden verminderd
wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en ook op
het moment dat de sluiter wordt losgelaten. Omdat de
vibratie wordt verminderd in de zoeker, is het eenvoudiger
om automatisch/handmatig scherp te stellen en het
onderwerp precies te kadreren.
OFF: De effecten van cameratrillingen worden niet verminderd.
NORMAL: Het vibratiereductiemechanisme vermindert in
de eerste plaats de effecten van cameratrillingen.
De effecten van cameratrillingen worden ook
verminderd tijdens horizontaal en verticaal pannen.
ACTIVE:
Het vibratiereductiemechanisme vermindert
effecten van zowel normale als intense
cameratrillingen, zoals bij het fotograferen van
een bewegend voertuig. In deze stand worden de
cameratrillingen niet automatisch onderscheiden
van panbewegingen.