Op het display wordt de afgelegde afstand
weergegeven – deze meting is nodig voor
het instellen van startpunten aan de rand
van het maaivlak. (
11.15)
● Lees op het gewenste punt de
weergegeven waarde af en noteer
deze. Stel het startpunt na de eerste
installatie handmatig in.
Het afrijden van de rand wordt
automatisch door hindernissen of door het
rijden op te grote hellingen of handmatig
door het indrukken van de STOP-toets
onderbroken.
● Als het rijden langs de rand
automatisch is onderbroken, corrigeer
dan de positie van de
begrenzingsdraad of verwijder de
hindernissen.
● Controleer vóór het verder afrijden van
de rand de positie van de robotmaaier.
Het apparaat moet op de
begrenzingsdraad of binnen het
maaivlak met de voorkant richting
begrenzingsdraad staan.
Verder na een onderbreking:
Ga na een onderbreking met OK verder
met afrijden van de rand.
VIKING adviseert de rit langs de
rand niet af te breken. Mogelijke
problemen bij het afrijden van de
rand van het maaivlak of bij het
indocken worden wellicht niet
herkend.
De rit langs de rand kan
desgewenst na de eerste installatie
opnieuw worden gemaakt.
(
11.14)
0478 131 9935 C - NL
Na een volledige ronde om het maaivlak
dockt de robotmaaier in. Daarna wordt
gevraagd of een tweede rit in
tegengestelde richting moet worden
gestart.
Automatische beëindiging van de rit
langs de rand:
Met het indocken na de tweede volledige
ronde of het afwijzen van de rit langs de
rand in tegengestelde richting verschijnt
de volgende stap van de installatiewizard.
9.13 Robotmaaier programmeren
Voer de grootte van het gazon in en
bevestig deze met OK.
Geïnstalleerde verboden zones of
naastgelegen gazons moeten niet
bij de grootte van het maaivlak
worden gerekend.
Een nieuw maaischema wordt berekend.
Met de rode STOP-knop op de bovenkant
van het apparaat kan de procedure
worden afgebroken.
Bevestig de aanwijzing "Elke dag
apart bevestigen of actieve tijden
wijzigen" door op de OK-toets te
drukken.
289