Télécharger Imprimer la page

Stihl MS 151 TC Notice D'emploi page 9

Masquer les pouces Voir aussi pour MS 151 TC:

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

4 Werktechniek
3.2
Terugslag ontstaat bijv. als
– De zaagketting met het bovenste kwart van de
zaagbladneus per ongeluk in aanraking komt
met hout of een ander vast voorwerp – bijv. als
tijdens het snoeien per ongeluk een andere
tak wordt geraakt
– De zaagketting bij de zaagbladneus tijdens het
zagen even wordt vastgeklemd
3.3
QuickStop-kettingrem:
Door deze rem wordt in bepaalde situaties de
kans op letsel verminderd – de terugslag zelf kan
niet worden voorkomen. Bij het inschakelen van
de kettingrem komt de zaagketting binnen een
fractie van een seconde tot stilstand –
zie hoofdstuk "Kettingrem" in deze gebruiksaan‐
wijzing.
3.4
Terugslaggevaar verminderen
– door weloverwogen, correct werken
– De motorzaag met beide handen stevig vast‐
houden
– Alleen met vol gas zagen
– Op de zaagbladneus letten
– Niet met de zaagbladneus zagen
– Voorzichtig zijn bij het zagen van kleine, taaie
takken, laag kreupelhout en jonge scheuten –
de zaagketting kan hierin vastlopen
– Nooit meerdere takken in één keer doorzagen
– Niet te ver voorover gebogen zagen
– Niet boven schouderhoogte zagen
– Het zaagblad uiterst voorzichtig in een reeds
aanwezige zaagsnede aanbrengen
– Het "steken", alleen toepassen indien u met de
techniek hiervan vertrouwd bent
– Op de stand van de stam letten en op krach‐
ten die de zaagsnede dicht kunnen drukken,
waardoor de zaagketting wordt vastgeklemd
– Alleen met een goed geslepen en correct
gespannen zaagketting werken – afstand diep‐
tebegrenzer niet te groot
– Een terugslagreducerende zaagketting en een
zaagblad met een kleine zaagbladneusradius
gebruiken
0458-508-7621-B
3.5
Intrekken (A)
Als tijdens bovenhands zagen de zaagketting
klemt of een voorwerp in het hout raakt, kan de
motorzaag met een ruk tegen de stam worden
getrokken – STIHL raadt aan de kam achteraf in
te bouwen bij werkzaamheden op ongevoelig
hout en zo de kettingzaag veilig tegen het hout
te plaatsen.
3.6
Terugslag (B)
Als tijdens onderhands zagen de zaagketting
klemt of een vast voorwerp in het hout raakt, kan
de motorzaag in de richting van de motorzaagge‐
bruiker terug worden gestoten – om dit te voorko‐
men:
– De bovenzijde van het zaagblad niet vastklem‐
men
– Het zaagblad in de zaagsnede niet verdraaien
4
Werktechniek
4.1
Zagen
Niet in de startgasstand werken. Het motortoe‐
rental is in deze stand van de gashendel niet
regelbaar.
Rustig en met overleg werken – alleen bij vol‐
doende licht en goed zicht. Anderen niet in
gevaar brengen – voorzichtig werken.
Het kortst mogelijke zaagblad gebruiken: Zaag‐
ketting, zaagblad en kettingtandwiel moeten bij
elkaar en bij de kettingzaag passen.
Nederlands
A
B
9

Publicité

loading