5 Zaaggarnituur
Takken die onder spanning staan:
► Altijd eerst aan de drukzijde (A) ontlasting‐
szaagsnede (1) aanbrengen
► Vervolgens aan de trekzijde (B), naar de stam
verplaatst, zaagsnede (2) aanbrengen – de
kettingzaag kan anders inklemmen of terug‐
slaan
Alleen van onderen naar boven zagen als dit niet
anders kan (onderhandse zaagsnede) – kans op
terugstoten!
5
Zaaggarnituur
Zaagketting, zaagblad en kettingtandwiel vormen
het zaaggarnituur.
Het meegeleverde zaaggarnituur is optimaal
afgestemd op de motorzaag.
1
a
– De steek (t) van de zaagketting (1), van het
kettingtandwiel en van het neustandwiel van
het Rollomatic-zaagblad moeten met elkaar
corresponderen
– De dikte van de aandrijfschakels (2) van de
zaagketting (1) moet corresponderen met de
groefbreedte van het zaagblad (3)
Bij het combineren van componenten die niet bij
elkaar passen, kan het zaaggarnituur reeds na
een korte gebruiksduur onherstelbaar worden
beschadigd.
0458-508-7621-B
5.1
Kettingbeschermer
Tot de leveringsomvang behoort een bij het
zaaggarnituur passende kettingbeschermer.
Als er zaagbladen met verschillende lengtes op
één motorzaag worden gebruikt, moet altijd een
passende kettingbeschermer worden gebruikt,
die het complete zaagblad afdekt.
Op de kettingbeschermer is aan de zijkant de
lengte van het hierbij passende zaagblad inge‐
stempeld.
6
Zaagblad en zaagketting
monteren
6.1
Kettingrem lossen
2
3
► De handbeschermer in de richting van de
draagbeugel trekken tot deze hoorbaar klikt –
de kettingrem is gelost
Nederlands
11