Jung Pumpen BASIC LOGO AD 00 E /7 Instructions De Service page 16

Nederlands
De opstartschok kan met grote kracht
plaatsvinden.
Niveauschakelaar (toebehoren)
De niveaus in de verzamelput worden door conti-
nusensoren geregistreerd.
Voorbeelden: Luchtmembraanschakeling, stuw-
drukschakeling, hydrostatische niveausensoren of
dompelschakelaars.
Aansluiten van de continusensor:
• Basisbelasting aan-uit
• Piekbelasting aan-uit
• Hoogwateralarm
Bij gescheiden vlotterschakelaar voor -UIT-
• Basisbelasting aan
• Pomp(en) uit
• Piekbelasting aan
• Hoogwateralarm
GL=Basisbelasting, SL=piekbelasting,
Alarm=hoogwateralarm
Bij dubbele installaties: Normaal gebruik met
piekbelastingsfunctie
Met de microschakelaar S8 wordt vastgelegd wel-
ke pomp wordt ingeschakeld bij hoogwateralarm,
"GL" voor de basisbelastingspomp of "SL" voor de
piekbelastingspomp.
Bij dubbele installaties: Gebruik zonder piek-
belasting (geen parallelle pompfunctie)
De vlotterschakelaar "piekbelasting" niet aanslui-
ten of loskoppelen van klem 24/25.
De microschakelaar S8 moet op "GL" staan. De
pompvergrendeling (S7) moet op "Ein" (Aan) staan.
Bij een motorstoring schakelt de besturing auto-
matisch over op de reservepomp (niet BD 00 en
BD 00E).
Bij dubbele installaties: Gebruik als enkelvou-
dige installatie
De besturing kan ook werken met slechts één
aangesloten pomp. Daartoe moeten de klemmen
30/32 van de niet aangesloten pomp met een
geïsoleerde aderkabel worden overbrugd. Beide
motorbeveiligingsschakelaars moeten zijn inge-
schakeld.
De keuzeschakelaar van de niet aangesloten pomp
op "0" en de aangesloten pomp op de stand "Auto-
matik" (Automatisch) zetten.
16
Intern alarmzoemer uitschakelen.
Trek de verzegelde brug "BRX" in de buurt van de
zoemer los. Om de brug niet kwijt te raken, deze
weer op een pin van de 2-polige pinnenstrip plaat-
sen.
Externe alarmzoemer (toebehoren)
LET OP! Bij aansluiting van een externe zoemer
moet de ingebouwde zoemer worden stilgelegd.
Een 12 V-zoemer met max. 30 mA stroomverbruik
kan op de klemmen "S+" en "S-" met de juiste pola-
riteit worden aangesloten.
Klem 21 / 23
Klem 24 / 25
Storingsmelding op afstand
Klem 27 / 28
De melding op afstand vind plaats via de klem-
men 40/41 op de printplaat. Het potentiaalvrij slu-
itercontact van de verzamelstoring is met max. 5
Klem 21 / 22
A/250 V AC belastbaar.
Klem 22 / 23
Klem 24 / 25
Extern 230V knipperlichtje of waarschuwings-
lampje (toebehoren bij BD)
Klem 27 / 28
230V~lampje (max.1A) op klemmen N en 43 aans-
luiten.
Geïsoleerde draadbrug van klem U ~ naar 42 aan-
brengen. De stroomkring wordt door F1 beveiligd.
De microschakelaar "Alarmsignal" (Alarmsignaal)
als volgt instellen:
Knipperlichtje:
Waarschuwingslampje Stand "blinkend" (knippe-
rend) ( _Π_Π_ )
Accu voor van elektriciteitsnet onafhankelijk
alarm (toebehoren)
De accu op de accuclip aansluiten en op de daar-
voor bestemde plaats op de printplaat met de aan-
wezige kabelbinders bevestigen.
Een lege accu wordt in ongeveer 24 uur weer
bedrijfsklaar opgeladen. Een volledige oplading
wordt na ca. 100 uur bereikt.
LET OP! De goede werking van de accu regelma-
tig controleren! De levensduur bedraagt ongeveer
5-10 jaar. Ingebruiknamedatum op de accu zetten
en na 5 jaar de accu uit voorzorg vervangen.
Alleen de 9V-accu van fabrikant gebrui-
ken! Bij gebruik van droge accu's bestaat
ontploffingsgevaar!
LCD-bedrijfsurenteller plaatsen (toebehoren)
De plaats op de printplaat is bij iedere pomp met
"Betriebsstundenzähler" (Bedrijfsurenteller) aan-
gegeven. De aansluitdraden van de bedrijfsuren-
teller gelijkmatig tot ongeveer 10 mm inkorten en
op de printplaat vaststeken. Zowel de aansluitdra-
den als de steekbussen op de printplaat zijn met
„N-P-I-R" aangeduid.
Na het weer inschakelen van de netspanning moet
het LCD-scherm zichtbaar worden. Als er geen
weergave volgt, schakel dan de stroomopnieuw
uit, trek de bedrijfsurenteller los, draai hem 180° en
steek hem weer vast.
Positie "permanent" (=)
Onderhoud
De besturing is onderhoudsvrij. De niveausenso-
ren moeten al naargelang de kwaliteit van het af-
voerwater met regelmatige tussenpozen worden
gecontroleerd en van afzettingen ontdaan!
Een eventueel aanwezige 9V-accu voor een van het
elektriciteitsnet onafhankelijk alarm moet regel-
matig worden gecontroleerd. Daartoe de bestu-
ring spanningsloos maken en een alarmmelding
forceren (bijv. de motorbeveiligingsschakelaar
activeren). De toonhoogte en het geluidsvolume
van het alarm mogen gedurende een aantal mi-
nuten niet wezenlijk veranderen, anders de accu
vervangen. Accu's die ouder zijn dan vijf jaar moet
uit voorzorg worden vervangen.