Een (1) Draadbeschermingskapje
De bovenvermelde componenten kunnen verpakt worden
in een bakje of kunnen afzonderlijk verpakt worden.
Gebruiksaanwijzing
Het Spoelen en het Verwijderen
van Luchtbeletjes uit het Systeem
1. Spoel de Fountain-inspuitingskatheter met een steriele,
normale heparine-zoutoplossing, zodat alle lucht eruit
verwijderd wordt.
Waarschuwing: er kunnen complicaties optreden als
niet alle lucht verwijderd werd voor de inbrenging in het
lichaam.
2. Breng de Fountain-inspuitingskatheter met behulp van
fluorescopie op zijn plaats waarbij u het standaard-ziek-
enhuisprotocol volgt. De Fountain-inspuitingskatheter zal
door een standaard 5F inbrengingsbeschermhuls gaan en
over een 0,035" (0,89 mm)voerdraad. De twee markeerban-
den op de Fountain-inspuitingskatheter die ondoordring-
baar zijn voor röntgenstralen, geven het inspuitingsseg-
ment aan waar inspuiting door de zij-inlaatgaten geschiedt
(Figuur 1).
Figuur 1
3. Verwijder de 0,035"-plaatsingsvoerdraad en plaats het
Occlusiedraad zodat het distaal uiteinde van de katheter
afgesloten wordt door het draad (Figuur 2).
Figuur 2
Waarschuwing: een voerdraad moet nooit verder inge-
bracht of teruggetrokken worden als u op weerstand stuit.
Als een voerdraad verder wordt ingebracht terwijl er weer-
stand is, kan de ader verwond raken en/of de voerdraad
beschadigd raken. De oorzaak van de weerstand moet met
behulp van fluorescopie bepaald worden. Doe iets om het
probleem te verhelpen.
4. De injectiespuit met 20 ml-reservoir is gevuld met een
heparine-zoutoplossing en de luchtbelletjes worden
eruit gehaald volgens het standaard-ziekenhuisprotocol
daarbij. Dit kan het kloppen op de injectiespuit met een
arterieklem of soortgelijk instrument inhouden.
Maak de injectiespuit vast aan het Squirt-toedieningssys-
teem (Figuur 3). Verzeker u ervan dat de injectiespuit lucht-
dicht is verbonden [de rotator van de injectiespuit moet
met de hand vast gemaakt worden als er een injectiespuit
met een roterende adapter wordt gebruikt].
SHERLOCK-VERBINDINGSSTUK
TREKKERSTAAF
Figuur 3
Terwijl u het Squirt-toedieningssysteem rechtop houdt, ac-
tiveer de trekkerstaaf herhaaldelijk totdat alle luchtbelletjes
uit het controlegebied van de klep van het Squirt-toedi-
eningssysteem zijn (Figuur 3). Dit kan het kloppen op het
vloeistofpad van het Squirt-toedieningssysteem met een
arterieklem of soortgelijk instrument inhouden [Let op: de
clinicus moet een klein buisje vastmaken als hij bang is dat
er vocht uit het uiteinde van het Squirt-toedieningssysteem
zal druppelen tijdens het inspuitingsproces.]
Draai het Squirt-toedieningssysteem op zodanige wijze dat
het Sherlock-verbindingsstuk naar boven wijst. Activeer de
trekkerstaaf totdat alle luchtbelletjes uit het vloeistofpad
zijn (Figuur 4). Dit kan het kloppen met een arterieklem of
soortgelijk instrument inhouden. Deze stap kan verschillen-
de keren herhaald worden zodat alle luchtbelletjes uit het
systeem gehaald kunnen worden.
Figuur 4
5. Maak het Squirt-toedieningssysteem vast aan de
hemostaseklep die in Figuur 5 getoond wordt. Maak de he-
mostaseklep klaar en controleer de kleppen door een duim
met handschoen over de roterende adapter te plaatsen die
op de hemostaseklep zit, terwijl u het Squirt activeert. Dit
zal de zoutoplossing uit het kapje aan het achteruiteinde
van de hemostaseklep laten gaan. Sluit het kapje aan het
achteruiteinde door het naar rechts te draaien (Figuur 6).
Ga door met het activeren van het Squirt om luchtbelletjes
uit het distaal segment van de hemostaseklep te halen.
6. Terwijl u de hemostaseklep in een stand houdt, maak het
kapje aan het uiteinde op de hemostaseklep los en laat het
over het proximaal uiteinde van het passende Occlusie-
draad glijden.
CONTROLEKLEP
UITSTEKENDE
KNOP VOOR
AANPASSING
RESERVOIR VAN
DE INJECTIESPUIT